Thema 3 - BS 3.1 Organismen ordenen

Thema 3 Ordening
3.1 Organismen ordenen (blz. 148)
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Ordening
3.1 Organismen ordenen (blz. 148)

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling Thema 2
  • Instructie thema 3 Ordening.
  • Leerdoelen benoemen.
  • Vragen.
  • Aan de slag.


Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van de les:
 - kun je de kenmerken noemen van dieren, planten, bacteriën en schimmels.
- weet je wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.


Slide 3 - Diapositive

Inleiding
  • Biologen delen organismen in groepen in.
Dat doen ze om overzicht te krijgen.

  • Ze kijken naar de kenmerken van organismen.

  • Kijk maar eens goed naar de afbeelding op de volgende slide.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Groepen maken
De dieren op de vorige afbeelding kan je in groepen delen. 
Dat kan op verschillende manieren.
Je kan kijken naar de kleur
Alle groene dieren komen dan bij elkaar in 1 groep.
Je kunt ook kijken hoeveel poten het dier heeft, of wat voor huid.

Slide 6 - Diapositive

Kenmerken
De kleur is een kenmerk van het dier. 
Ook het aantal poten en de huidsoort zijn kenmerken.

Als je organismen ordent, verdeel je ze in groepen.
In elke groep komen organismen met hetzelfde kenmerk.

Slide 7 - Diapositive

4 groepen
Biologen ordenen organismen in groepen.
Je moet 4 groepen kennen:
- bacteriën
schimmels
- planten
- dieren

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Kenmerken van cellen
Bij het indelen letten biologen op de kenmerken van cellen. 
Die kenmerken zijn voor elke groep verschillend.

De kenmerken van de cellen waarnaar gekeken worden, zijn:
- celkern
- celwand
- bladgroenkorrels

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Cellen van de 4 groepen
- Dieren hebben geen celwand.
- Planten hebben bladgroenkorrels.
- Schimmels hebben geen bladgroenkorrels
maar wel een celwand en een celkern.
- Bacteriën hebben geen celkern.

Slide 12 - Diapositive

geen celwand
geen bladgroenkorrels
geen celkern

Slide 13 - Diapositive

Bacteriën:


- geen celkern
- wel een celwand

Slide 14 - Diapositive

Schimmels:

- wel een celkern
- wel een celwand
- geen bladgroenkorrels

Slide 15 - Diapositive

Planten:

- wel een celkern
- wel een celwand
- wel bladgroenkorrels

Slide 16 - Diapositive

Dieren:

- wel een celkern
- geen celwand
- geen bladgroenkorrels

Slide 17 - Diapositive

Soorten
De groep dieren kun je verder indelen in kleinere groepen. Bijvoorbeeld insecten, vissen, vogels, enzovoort.

De kleinste groep heet een soort.
Een voorbeeld van een soort zijn honden.

Slide 18 - Diapositive

Dezelfde soort
In de afbeelding links zie je 2 honden: een labrador en een poedel. Deze honden kunnen zich met elkaar voortplanten.

Ze krijgen dan jonge hondjes.
Als die groot zijn, kunnen ze zich ook weer voortplanten.

Slide 19 - Diapositive

Niet dezelfde soort


In de afbeelding links zie je 2 dieren die zich niet samen kunnen voortplanten.

Slide 20 - Diapositive

Dezelfde soort

Dieren van dezelfde soort kunnen zich samen voortplanten en hun jongen kunnen zich ook weer voortplanten(zijn vruchtbaar).
Daarom horen een labrador en een poedel tot dezelfde soort.

En een muilezel is GEEN soort

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

VRAGEN??

Slide 24 - Diapositive

Aan het eind van lessenserie
Leerwerkboek inleveren en nakijken of de opdrachten zijn gemaakt.

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag
Powerpoint dia

Slide 26 - Diapositive

Organismen kunnen we indelen in 4 groepen. Wat is géén groep?
A
dieren
B
mensen
C
planten
D
schimmels

Slide 27 - Quiz

Welke groep organismen bestaat uit cellen zonder celkern?
A
dieren
B
planten
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 28 - Quiz

Bij welke groep hebben de cellen een celkern en een celwand, maar geen bladgroenkorrels?
A
dieren
B
planten
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 29 - Quiz

Zelf aan de slag
Organismen ordenen: 
Thema 3 BS 3.1

-Lees de tekst blz. 132 t/m 137
-Maak de opdrachten 1 t/m 6 
-Klaar: Test Jezelf 3.1
-Leren voor de Eindtoets.



Slide 30 - Diapositive