4H - Chapitre 5 - Grammaire B

Aujourd'hui
Contrôle: Vocabulaire A
Corriger ex. 5, 7, 8
Réviser: vraagzinnen
Grammaire B - les verbes
ex. 24


L'objectif: 
- je kunt vraagzinnen maken
- je kunt de werkwoorden faire / courir / mettre vervoegen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui
Contrôle: Vocabulaire A
Corriger ex. 5, 7, 8
Réviser: vraagzinnen
Grammaire B - les verbes
ex. 24


L'objectif: 
- je kunt vraagzinnen maken
- je kunt de werkwoorden faire / courir / mettre vervoegen

Slide 1 - Diapositive

Maak vragend:
(où) tu vas au lycée

Slide 2 - Question ouverte

Wat is jouw probleem?
... est ton problème?

Slide 3 - Question ouverte

Maak een open vraag van:
Il aime le foot, parce qu'il aime les ballons?

Slide 4 - Question ouverte

Courir
Je cours,
tu cours,
vous courez, 

Slide 5 - Diapositive

gelijk spelen
A
marquer un but
B
faire match nul
C
gagner 1 à 0
D
s'amuser bien

Slide 6 - Quiz

de gezelligheid
A
la victoire
B
la crosse
C
le filet
D
la convivialité

Slide 7 - Quiz

la partie
A
de helft
B
de winnaar
C
het doel
D
de loop

Slide 8 - Quiz

à l'époque
A
in die tijd
B
noodzakelijk
C
ontspannend
D
op de leeftijd van

Slide 9 - Quiz

de speler
A
le coéquipier
B
le gardien
C
le joueur
D
l'arbitre

Slide 10 - Quiz

le coupe du monde
A
de teamsport
B
de hockeystick
C
het evenwicht
D
de wereldbeker

Slide 11 - Quiz

le moniteur de patin
A
de hockeywedstrijd
B
de schaatsleraar
C
de vrije training
D
de mentale kracht

Slide 12 - Quiz