(1) Herhaling woordsoorten brugklas

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

woordsoorten

werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel

Welke woordsoorten ken jij al?

Kies de juiste woordsoort.

Je moet ook nooit cola drinken bij de computer.

1. Zelfstandig naamwoord (zn)
2. Voorzetsel (vz)
3. Bijvoeglijk naamwoord (bn)

De, het ('t) en een ('n) zijn:

werkwoorden

lidwoorden

bijvoeglijke naamwoorden

zelfstandige naamwoorden

Kies de juiste woordsoort.

Ik fiets nog snel even naar de winkel.

1. Bepaald lidwoord (blw)
2. Onbepaald lidwoord (olw)

Woorden die zeggen wat iets of iemand doet, zijn:

voorzetsels

bijvoeglijke naamwoorden

werkwoorden

zelfstandige naamwoorden

Een werkwoord kun je vervoegen.

1. Waar
2. Niet waar

Welke bepaalde lidwoorden zijn er?

Hoe kun je een zelfstandig naamwoord herkennen?

Kies de juiste woordsoort.

Gelukkig mag ik straks weer naar huis.  

1. Werkwoord (ww)
2. Zelfstandig naamwoord (zn)
3. Lidwoord (bn)
4. Voorzetsel (vz)

Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een....

1. Mens en dier
2. Alle antwoorden zijn goed
3. Ding en gevoel
4. Plant

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.

Bijvoeglijk naamwoord

Bij het bijvoeglijk naamwoord hoort ook
het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.

Het bijvoeglijk naamwoord is dan 
gemaakt van een stof of materiaal.

Gouden, houten, stoffen, zilveren, etc.

Een bijvoeglijk naamwoord kan vóór of achter het zelfstandig                                naamwoord staan.

Bijvoeglijk naamwoord

Bedenk bij ieder object een bijvoeglijk naamwoord 

Aan de slag!

Maak alle opdrachten bij Cursus 5 Grammatica,

paragraaf 5 (bijvoeglijk naamwoord)