Diabetes quiz

Kennisquiz diabetes
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 54 min

Éléments de cette leçon

Kennisquiz diabetes

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het belangrijkste verschil tussen diabetes type 1 en type 2?

Slide 2 - Question ouverte

Bij type 1 maakt het lichaam geen insuline aan; bij type 2 is het lichaam minder gevoelig voor insuline of maakt het onvoldoende aan.
→ Type 1: het lichaam maakt geen insuline aan (auto-immuunziekte).
→ Type 2: het lichaam reageert minder goed op insuline of maakt te weinig aan.

Welk hormoon zorgt voor verlaging van het bloedglucosegehalte?
A
Glucagon
B
Adrenaline
C
Insuline
D
Cortisol

Slide 3 - Quiz

Insuline zorgt ervoor dat glucose in de cellen wordt opgenomen, waardoor het bloedsuiker daalt.
Een nuchtere glucosewaarde van 7,5 mmol/L is normaal.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Nee (normaal is < 6,1 mmol/L nuchter)
Nuchter is normaal tussen 4,0 – 6,0 mmol/L. 7,5 wijst op (pre)diabetes.

Noem drie symptomen van een hyperglykemie.

Slide 5 - Question ouverte

Moeheid, slaperigheid, wazig zien, droge tong, vaak plassen, veel drinken, jeuk en adem die ruikt naar aceton.
Wat is de juiste actie bij een hypoglykemie?
A
glucagon injecteren
B
(druiven)suiker toedienen
C
Insuline geven
D
Afwachten

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk type diabetes komt het meeste voor?
A
Zwangerschapsdiabetes
B
Type 1
C
Type 2

Slide 7 - Quiz

Ongeveer 90% van de mensen met diabetes heeft type 2.
Waarom is voetcontrole belangrijk bij mensen met diabetes?

Slide 8 - Question ouverte


Door slechtere doorbloeding en zenuwbeschadiging voelen mensen wonden minder goed → risico op infecties en amputaties.
Noem één mogelijke complicatie op lange termijn van diabetes.

Slide 9 - Question ouverte

Nierschade, oogproblemen (retinopathie), hart- en vaatziekten, neuropathie

Nierschade bij diabetes, of diabetische nefropathie, ontstaat door beschadiging van de nierfilters en kleine bloedvaatjes in de nieren, veroorzaakt door langdurig hoge bloedglucosewaarden. Dit komt doordat te veel glucose in het bloed de bloedvaten beschadigt, waardoor de nieren minder goed werken en afvalstoffen niet meer goed uit het bloed kunnen worden gefilterd. 
Wat is het doel van het meten van HbA1c?
A
Insuline niveau meten
B
Gemiddelde bloedsuiker beoordelen
C
Juiste gewichtsindicatie

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

HbA1c geeft het gemiddelde bloedsuikergehalte weer van de afgelopen…
A
24 uur
B
1 week
C
6-8 weken
D
1 jaar

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem drie risicofactoren voor het ontwikkelen van diabetes type 2.

Slide 12 - Question ouverte

Overgewicht, weinig bewegen, erfelijkheid, hoge leeftijd, ongezonde voeding
Hoe wordt een hypoglykemie vaak gevoeld door de patiënt? Noem twee kenmerken.

Slide 13 - Question ouverte

De hersenen krijgen te weinig glucose → alarmsymptomen. Trillen, zweten, duizeligheid, honger, snelle hartslag,
beven, plotse hevige honger, geeuwen, troebel zicht, hoofdpijn, hartkloppingen, wisselend humeur.

Wat is diabetische ketoacidose (DKA)?
A
verzuring door hoge bloedsuiker
B
afzet van suiker waardoor lage glucose
C
maagzuur door hoge bloedsuiker
D
wond aan been

Slide 14 - Quiz

Ernstige complicatie door insulinetekort, waardoor het lichaam vet verbrandt → verzuring (levensbedreigend).
Insuline verlaagt het bloedglucosegehalte
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Insuline opent als het ware de ‘deuren’ van cellen voor glucose.
Waarom heeft iemand met diabetes meer risico op infecties?

Slide 16 - Question ouverte

Door een verminderde werking van het immuunsysteem en slechtere doorbloeding
Wat moet je doen als een patiënt met diabetes nauwelijks aanspreekbaar is?
A
druivensuiker geven
B
glucagon injecteren
C
aanschudden en wakker maken

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van onderstaande is een symptoom van hyperglykemie
A
koude huid
B
veel dorst
C
trillen
D
klamme huid

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het effect van alcohol op de bloedsuiker bij diabetes?

Slide 19 - Question ouverte

Alcohol kan de bloedsuiker eerst verhogen en later sterk laten dalen (hypo-risico)
voedingsadvies

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Een patiënt met diabetes type 2 hoeft nooit insuline te gebruiken.
A
Klopt, deze gebruikt alleen tabletten.
B
Als tabletten onvoldoende effect hebben, dan wel.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions