Klas 2TLc

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Dienstag den 11. Februar 2025

Welkom bij de les Duits!

Was machen wir heute?

 Kapitel 4

Herhaling lesstof Kapitel 4:

Modale hulpwerkwoorden + voltooid deelwoord

OEFENEN IN LESSON UP

Digitale leeromgeving Na Klar / woorden leren

Einde les

Proefwerk Kapitel 4 

Wat moet je leren?

•  Lernbox: Lektion 1, 2, DU-NE, 3 NE-DU + Redemittel -> blz. 44, 45
•  Modale hulpwerkwoorden 
•  Het voltooid deelwoord
•  Tijdsbepaling met voorzetsels

Met de modale hulpwoorden kan je aangeven of iets wenselijk of mogelijk is. Ze worden veel gebruikt.

Belangrijk: betekenis!

Wat valt je op?

Maak het voltooid deelwoord van: reden

Maak het voltooid deelwoord van: kaufen

magst

mag

mögt

mögen

du

er/sie/es

wir

ich

sie/Sie

ihr

darf

darfst

dürft

dürfen

du

er/sie/es

wir

ich

sie/Sie

ihr

könnt

kann

können

kannst

du

er/sie/es

wir

ich

sie/Sie

ihr

modale werkwoorden
Sie (mv) _____ mit in diesen Park.

1. darf
2. darfst
3. dürfen
4. dürft

modale werkwoorden
Er ...... dir helfen.

1. kann
2. könnt
3. können
4. kannst

modale werkwoorden
In Restaurants _____ er auch mit Kreditkarte zahlen.

1. kann
2. kannst
3. können
4. konn

modale werkwoorden
Ihr ...... (kunnen) es nicht sehen

1. kann
2. kannst
3. können
4. könnt

Modale werkwoorden
Ich ..... es euch nicht sagen

1. dürfen
2. darf
3. dürft
4. dürf

Voltooid deelwoord

Ge + stam + t

machen

stam = mach

ge + mach + t 

= gemacht

hele ww

hele ww - en

ich habe gemacht

Het voltooid deelwoord van kaufen is...

1. gekaufd
2. gekauft
3. gekaufent
4. gekaufend

Het voltooid deelwoord van wohnen is...

1. gewohnd
2. gewohnt
3. gewohnent
4. gewohntd

Het voltooid deelwoord van leben is...

1. gelebd
2. geliebt
3. gelebt
4. geleben

Het voltooid deelwoord van kochen is...

1. gekochet
2. gekocht
3. gekochen
4. gekochd

Wat is het voltooid deelwoord van lernen

Wat is het voltooid deelwoord van spielen?

Wat betekent
arbeiten

Wat betekent
der Wettkampf

Wat betekent
das Klettern

Wat betekent
vielleicht

Vertaal in het Duits
dansen

Vertaal in het Duits
voetballen

Vertaal in het Duits
zwemmen

Huiswerk

Leren: woorden van de Lernbox 1,2,3 + Redemittel

+ oefenen met de hulpwerkwoorden 

+ het voltooid deelwoord (versterk jezelf)