Paragraaf 1 Veelkleurig Zuid-Afrika

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lesdoelen: werken aan een geografisch beeld

Na het bestuderen van paragraaf 1.1 :

• Kun je de landschappen die in Zuid-Afrika voorkomen noemen.
• Weet je waar de belangrijke grote steden in Zuid-Afrika liggen.
• Kun je uitleggen hoe neerslag ontstaat.
• Kun je neerslagspreiding in het land beschrijven.
• Kun je het verschil tussen loef-en lijzijde uitleggen.

B35: Draaiing van de aarde

Opgave 4a

- 23,5 graad scheef 

- scheefstand zorgt voor seizoenen

- draaiing om eigen as --> dag

- draaiing om zon --> jaar

NL winter: dec-jan-feb

ZA winter: juni-jul-aug

NL zomer:juni-jul-aug

ZA zomer: dec-jan-feb

Durban

Zeeklimaat, geen droge tijd

Johannesburg

Zeeklimaat, droge ....?

Kaapstad, zeeklimaat, droge...?

Johannesburg

Zeeklimaat, droge ....?

opgave 5a

landschappen in Zuid-Afrika

Steppe; grassen en struiken

Woestijn: geen vegetatie

Savanne, grassen, struiken hier en daar een boom.

Zeeklimaat: bladverliezende loofbomen

middellandse zeeklimaat:

mediterrane vegetatie 

Steppe

opgave 6 Bevolkingsspreiding

• De bevolking is ongelijk verdeeld. 

• De meeste inwoners van Zuid-Afrika wonen in het oosten, dichtbevolkt, het westen is dunbevolkt.

Verklaar m.b.v. neerslag?

Natuurlijke verklaring

Ongelijke bevolkingsspreiding

Kolonisatie

• Zuid-Afrika was vroeger een kolonie van Engeland. 
  
• De Britten vestigden zich er vanwege de grondstoffen en gingen er later ook wonen.
  
• Zuid-Afrika was ook wel een vestigingskolonie.
  
• Later is Zuid-Afrika onafhankelijk geworden: dekolonisatie