Economie 4basis_kader paragraaf 5.1 opdrachten

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Na deze les:
* ken je het verschil tussen import en export
* weet je het verschil tussen een open en gesloten economie
* kun je rekenen met de imprt- en exportquote (kader)
Dit ga je hiervoor doen:
Bespreken van opdrachten uit 5.1

Slide 2 - Diapositive

Wanneer is iets export of import?
Goederen
Geld
Wie verdient?
België of Nederland

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Een Amerikaanse toerist vliegt met de KLM naar Nederland. Is dit voor Nederland export of import van diensten? Waarom?
A
Export, want wij leveren diensten aan het buitenland.
B
Export, want er gaan personen naar het buitenland.
C
Import, want het buitenland levert aan ons diensten.
D
Import, want er komen personen naar ons land.

Slide 5 - Quiz

Open of gesloten economie?
Veel handel met het buitenland
Weinig handel met het buitenland

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Nederland heeft een open economie. Dat wil zeggen dat:
A
Nederland heeft in verhouding veel import en export.
B
Nederland heeft in verhouding weinig import en veel export.
C
Nederland heeft in verhouding weinig import en export.
D
Nederland heeft in verhouding veel import en weinig export.

Slide 8 - Quiz

Hoe open is een economie?
Een land dat veel handel drijft met het 
buitenland is een open economie.
Dit kun je berekenen door middel van 
de import- en exportquote.
Importquote =
 importwaarde :
nationaal inkomen
x 100%

Slide 9 - Diapositive

Het nationaal inkomen van China is € 17 000 miljard.
De totale importwaarde van China is € 1850 miljard.
Bereken de importquote van China.

Slide 10 - Question ouverte