Dinsdag 17 juni zelfstandige naamwoorden maken van werkwoorden

Dinsdag 17 juni zelfstandige naamwoorden maken van werkwoorden
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Dinsdag 17 juni zelfstandige naamwoorden maken van werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Je kunt van een werkwoord een zelfstandig naamwoord maken

Dromen = ww
De droom = znw

Slide 2 - Diapositive

Bedenk zelf drie werkwoorden met een zelfstandig naamwoord erbij
Bijvoorbeeld : Spreken de spraak

Slide 3 - Question ouverte

Van WW naar ZNW
Fietsen             De fiets
Werpen           De worp
Zingen            Het zingen
Zoeken           Het zoeken

Slide 4 - Diapositive

Ww naar znw
Bij een werkwoord hoort altijd een znw.

dromen - de droom
spelen - het spel
vervelen - de verveling

Slide 5 - Diapositive

Van ww een znw maken
Bij grammatica heb je geleerd wat werkwoorden en zelfstandig naamwoorden zijn. 
Wat zijn werkwoorden?
Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

Van veel werkwoorden kun je een zelfstandig naamwoord maken.
Voorbeeld: 
van het werkwoord DROMEN maak je het zelfstandig naamwoord DE DROOM

Slide 6 - Diapositive

Sleep de woorden naar het juiste vak:
ZNW
BNW
LW
VZ
WW
De
grappige
zingt
een
liedje.
clown

Slide 7 - Question de remorquage

Sleep de woordsoorten naar de juiste woorden. Je kunt niet alles gebruiken
Hij
had
prachtige,
langharige
honden
gekocht
voor 
in
zijn
dierentuin.
psv
ww
ww
btw
btw
znw
znw
bzv
vz
vz
rtw
htw

Slide 8 - Question de remorquage

De sporter eet een lekker broodje met pindakaas.
lw
lw
znw
znw
znw
bnw
ww
vz

Slide 9 - Question de remorquage

Sleep naar de juiste woordsoorten.

Heeft Hatice een prachtige fossiel voor Anke gevonden?
voorzetsel
Zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
voor
Hatice
prachtige

Slide 10 - Question de remorquage

Sleep naar de juiste woordsoorten.

De beroemde Rietveldstoel kun je nog steeds zien.
bijwoord
Zelfstandig naamwoord
voornaamwoord
Rietveldstoel
nog
je

Slide 11 - Question de remorquage

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten 
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Aan
het
water
zat
een
slaperige
visser.

Slide 12 - Question de remorquage

zelfstandignaamwoord

voorzetsel

bijvoeglijknaamwoord

Welke woordsoort is achter? 
Welke woordsoort is groot?
Welke woordsoort is lamp?

Slide 13 - Question de remorquage

Andere woordsoorten
werkwoorden
Ik
heb
de
rekeningen
op
uw
bureau
gelegd

Slide 14 - Question de remorquage

Huiswerk voor maandag 21 juni
Blok 5 en 6 leren :
Fictie,  Grammatica
Spelling en Over taal




Slide 15 - Diapositive