Talent 4.7 grammatica

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen

Slide 1 - Diapositive

Vragen over 4.8 Spelling?

Slide 2 - Diapositive

Dictee!
1. Pak een pen en papier.
2. Luister en schrijf op.

Slide 3 - Diapositive

1. een schoongeveegd bord
2. een uitgeknipt artikel
3. een spelend kind
4. ruimtegebrek
5. zakkenroller
6. stadscentrum

Slide 4 - Diapositive

Redekundig ontleden
Woordsoorten: 
vragend voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen

Grammatica woordsoorten

- Je weet wat een vragend voornaamwoord  is

- Je weet wat een aanwijzend voornaamwoord is

- Je kunt in een zin de vragende en aanwijzende voornaamwoorden 
    benoemen
     

Slide 6 - Diapositive

Noem 2 vragende voornaamwoorden.

Slide 7 - Carte mentale

Noem 2 aanwijzende voornaamwoorden.

Slide 8 - Carte mentale

Wie heeft dat mooie verhaal geschreven?
 
Het vragend voornaamwoord is:
A
Wie
B
dat
C
mooie

Slide 9 - Quiz

Wie heeft dat mooie verhaal geschreven?
 
Het aanwijzend voornaamwoord is:
A
Wie
B
dat
C
mooie

Slide 10 - Quiz

Welke 7 aanwijzende voornaamwoorden ken je?

Slide 11 - Diapositive

Welke 7 aanwijzende voornaamwoorden ken je?

deze 
die 
dit
dat 
zulke 
zo'n 
dergelijke

Slide 12 - Diapositive

Er zijn vier vragende voornaamwoorden (vrag.vnw): 
wie, wat, welk(e), wat voor (een).

Een vrag.vnw staat meestal aan het begin van een vraag.
Voorbeeld: Welke spieren train je met hardlopen?



Slide 13 - Diapositive


Benoem het vragend voornaamwoord.

Wie is er in een schrikkeljaar geboren? 

Slide 14 - Question ouverte


Benoem het vragend voornaamwoord.

Ik weet niet wat we vandaag gaan eten. 

Slide 15 - Question ouverte


Benoem het vragend voornaamwoord.

Wanneer kun je het beste beginnen met leren? 

Slide 16 - Question ouverte


Benoem het vragend voornaamwoord.

Wat voor een hond past bij jou? 

Slide 17 - Question ouverte

Wat zijn de 4 vragende voornaamwoorden?

Slide 18 - Diapositive

Wat zijn de 4 vragende voornaamwoorden?

WIE

WAT 

WELKE

WAT VOOR EEN

Slide 19 - Diapositive


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Deze vraag vind ik helemaal niet moeilijk. 

Slide 20 - Question ouverte


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Ik heb dit onderdeel altijd al makkelijk gevonden. 

Slide 21 - Question ouverte


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Dergelijke vragen mogen ze me gerust stellen.  

Slide 22 - Question ouverte


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Aanwijzend voornaamwoord vind ik zo'n gemakkelijke woordsoort.  

Slide 23 - Question ouverte

vragend
voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
Van
wie
is 
die
mooie
sjaal? 

Slide 24 - Question de remorquage

vragend
voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
Wat
heb
je
met
deze
boeken 
gedaan?

Slide 25 - Question de remorquage

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 26 - Question ouverte

Waar wil je nog uitleg over?

Slide 27 - Question ouverte