,

Aller (herhaling) + faire (nieuw)

1HV1 Première leçon
Les objectifs:
  • Ik kan de verschillende uitgangen van de ww aller en faire identificieren.

Le programme :
  • Check aller + faire
  • Travail en ligne sur la méthode
Lundi 10 juin
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1HV1 Première leçon
Les objectifs:
  • Ik kan de verschillende uitgangen van de ww aller en faire identificieren.

Le programme :
  • Check aller + faire
  • Travail en ligne sur la méthode
Lundi 10 juin

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

ALLER
is een
A
regelmatig werkwoord
B
onregelmatig werkwoord

Slide 3 - Quiz

wat betekent aller
A
gaan
B
maken
C
doen
D
nemen

Slide 4 - Quiz

aller




Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons
vont
vais
allez
vas
va

Slide 5 - Question de remorquage


Je ____ (aller) au cinéma demain.

Slide 6 - Question ouverte


Nous ___ (aller) manger une glace.

Slide 7 - Question ouverte


Elles ____ (aller) visiter la France.

Slide 8 - Question ouverte


On ___ (aller) chez Sophie pour son anniveraire.

Slide 9 - Question ouverte

Nous ____ (aller) au camping en juillet !

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat betekent faire (pas op: 2 antwoorden)
A
doen
B
maken
C
hebben
D
zijn

Slide 13 - Quiz

faire
Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle
nous
vous
ils/elles
tu
je
faisons
font
fais
faites
fais
fait

Slide 14 - Question de remorquage

(faire) Je ....... de l'équitation.

Slide 15 - Question ouverte


Vul de juiste vorm in van het werkwoord faire.

Tu _____________ du sport?

Slide 16 - Question ouverte


Vul de juiste vorm in van het werkwoord faire.

Vous _____________ vos devoirs?

Slide 17 - Question ouverte


Vul de juiste vorm in van het werkwoord faire.

Nous _____________ un gâteau avec Maman.

Slide 18 - Question ouverte


Vul de juiste vorm in van het werkwoord faire.

Ils _____________ une bombe dans la piscine.

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Zelfstandig werk - Chapitre 6

- Va sur Grandes Lignes online via Magister.
- Grandes Lignes: Ch 7 D Grammaire et écrire (Grammatica en schrijven
vmbo: M)aak oefeningen 15 / 16
havo/vwo: Fais exercice 16 / 17
Grammatica (grammaire) D H7 leren 
Klaar?
Leer voor het interview van 25 juni. 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive