werkwoorden t.t
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Wat is de stam van lachen
A
lach
B
lacht
C
lachen
Slide 3 - Quiz
Wat is de stam van luisteren
A
luist
B
luistert
C
luister
D
luisteren
Slide 4 - Quiz
Wat is de stam van groeien
Slide 5 - Question ouverte
Welk werkwoord is een infinitief (hele werkwoord)
A
huilt
B
bedanken
C
gooi
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Hij ......... (kijken)
A
kijkt
B
kijk
C
kijken
D
kijke
Slide 8 - Quiz
U........(zoeken)
Slide 9 - Question ouverte
wij........(lachen)
Slide 10 - Question ouverte
Hannah en Pedro........ (fietsen)
A
fiets
B
fietst
C
fietsen
D
fietste
Slide 11 - Quiz
Lara.......(roepen)
