Hoe aan de slag voor je examen?

Reform bill
Volksgemeinschaft
Lebensraum
Glasnost en perestroika
Breznev doctrine
kenmerken totalitair
vraagstructuur
kenmerken 


1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Reform bill
Volksgemeinschaft
Lebensraum
Glasnost en perestroika
Breznev doctrine
kenmerken totalitair
vraagstructuur
kenmerken 


Slide 1 - Diapositive

Reform Bill (2 wijzigingen)

Slide 2 - Diapositive

Hoe aan de slag voor je examen?

Slide 3 - Diapositive

Samen

Bronnen
Totalitair
ka;s 
Alleen

Oefenen, nakijken, oefenen, nakijken
KA's uit je hoofd leren
ka's doornemen, en checken wat ze betekenen
Syllabus - tijdlijnen maken
begrippen leren

Slide 4 - Diapositive

ka's doornemen
- ka's uit je hoofd leren per tijdvak (titels tijdvakken helpen)
- kenmerken doornemen (mens en wereldbeeld / verlichting / totalitair, ideologieën.)

Slide 5 - Diapositive

tijdvak 5
Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.

Slide 6 - Diapositive

De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid.

Slide 7 - Diapositive

tijdvak 6
 De wetenschappelijke revolutie.

Slide 8 - Diapositive

 Rationeel optimisme en ‘Verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

Slide 9 - Diapositive

Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).

Slide 10 - Diapositive

. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

Slide 11 - Diapositive

. Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme.

Slide 12 - Diapositive

Totalitaire ideologie

  1. - Een partij / Een leider met bijna goddelijke status
  2. 1 ideologie (met symbolen)
  3. - Gebruik van propaganda om de bevolking te indoctrineren, massaorganisatie
  4.  - Gebruik van terreur en repressie om politieke tegenstand te onderdrukken.
  5. massaorganisatie

Slide 13 - Diapositive

Kenmerken Nationaal-Socialisme


1. Extreem-nationalistisch
2. Militaristisch
3. Antidemocratisch en anticommunistisch
4. Eén sterke leider principe 
5. Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
6. Totalitair 
7. Rassenleer en  Antisemitisme 
8. Idee van Lebensraum

Slide 14 - Diapositive

Kenmerken Nationaal-Socialisme


1. Extreem-nationalistisch
2. Militaristisch
3. Antidemocratisch en anticommunistisch
4. Eén sterke leider principe 
5. Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
6. Totalitair 
7. Rassenleer en  Antisemitisme 
8. Idee van Lebensraum

Slide 15 - Diapositive

Ubermensch
Ariërs waren in ogen Nazi's: 
  • Blond haar
  • Blauwe ogen
  • Witte huidskleur
  • afstammend van de Germanen

Slide 16 - Diapositive

Untermensch
  • Joden
  • Roma, Sinti (zigeuners) 
  • slavische volken
  • Sovjet burgers
  • Gehandicapten 
  • Homoseksuelen 
  • Zieke mensen 

Slide 17 - Diapositive

 Volksgemeenschap / Volksgemeinschaft
Volksgemeinschaft : een 'raszuiver' volk. 

Om een raszuiver volk te hebben werden de volgende actie ondernomen:
  1. 1933: Dachau (opsluiten van mensen die er niet bij horen)
  2. 1935 Neurenberger rassenwetten
  3. Later:  vermoorden van mensen die niet tot de Volksgemeinschaft behoorden.


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

fascisme
+ lebensraum + rassenleer
 = nationaal-socialisme

Slide 20 - Diapositive

Kenmerken
Fascisme
  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Antidemocratisch
  • Eén sterke leider principe (Benito Mussolini (il duce)
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Totalitair (ze wilden de bevolking helemaal controleren, iedereen moest zich inzetten voor de ideologie).


Slide 21 - Diapositive

Totalitaire ideologie: nazisme
Duitse variant van het fascisme.

Gaat uit van een rassenleer (sommige rassen (ariers) zijn meer waard dan anderen (slaven en joden)

Slide 22 - Diapositive

Samenvatting
 Nadat zijn partij bij verkiezingen de grootste was geworden werd Hitler in 1933 benoemd tot rijkskanselier. Met de machtigingswet, die na de Rijksdagbrand werd aangenomen, zette het parlement zichzelf buitenspel en kwam de Republiek van Weimar ten einde. 

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag
Maak de vragen als huiswerk voor maandag, start nu!

Slide 24 - Diapositive