Oefenen met sarcasme, ironie en cynisme

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Deze les
- Terugblik
- Lesdoel
- Uitleg + inoefenen
- zelf oefenen
- reflectie

Slide 2 - Diapositive

Wat is een eufemisme?

Slide 3 - Question ouverte

Is dit een enkelvoudige, onderschikkende, nevenschikkende of onderschikkende en nevenschikkende argumentatie?

De meeste leerlingen van mijn klas willen nu eenmaal bowlen, dus ik ga me er niet tegen verzetten. Het is bovendien goedkoper dan paintballen en karten en we kunnen bij de bowlingbaan vrij goedkoop eten.

Slide 4 - Question ouverte

Is dit een enkelvoudige, onderschikkende, nevenschikkende of onderschikkende en nevenschikkende argumentatie?

We moeten meer fruit eten, want fruit is gezond. Er zitten namelijk veel vitamines in. Het is bovendien op het ogenblik goedkoop en omdat de fruittelers op dit moment weinig inkomen hebben, steun je ze.

Slide 5 - Question ouverte

Lesdoel
Aan het einde van deze les ken je het verschil tussen ironie, cynisme en sarcasme en kun je ze alle drie herkennen.

Slide 6 - Diapositive

3 vormen van spot, 
deze verschillen in karakter en in sterkte:

ironie
sarcasme
cynisme

Slide 7 - Diapositive

Ironie
De schrijver zegt iets op een grappige of een wat spottende manier, waardoor de lezer weet dat het niet serieus bedoeld is. Vaak zegt hij dan het tegenovergestelde van wat hij eigenlijk bedoelt. 
– "Geweldig hoor, die drie voor je toets!"
– "Fijn, al die moddersporen op de schone vloer!"

Zelf gebruik je vast ook weleens ironie. Als je wilt dat de ander weet dat je het niet serieus bedoelt, zet je er vaak een emoji achter.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Sarcasme
Sarcasme is een stijlfiguur dat heel dicht bij ironie ligt.
Er is een verschil tussen sarcasme en ironie. Sarcasme is harde, bijtende spot, bedoeld om te kwetsen en ironie is milde spot. Sarcasme is in de laatste jaren wat afgezwakt in betekenis, maar Wie het heeft over een sarcastische uitlating, spreekt in de eerste plaats over een uiting van grove, bijtende spot, van bitter woordgeweld, van agressie. Het effect van sarcasme is intenser en directer dan dat van ironie.

Slide 11 - Diapositive

Sarcasme
Harde, bijtende spot die veel verder gaat dan ironie. Het is persoonlijk.

Slide 12 - Diapositive

Verschil ironie en sarcasme

Ironie: pijnlijke humor, die niet kwetsend bedoeld is.

Sarcasme: pijnlijke humor, die juist wél kwetsend bedoeld is!


Geen duidelijke grens te trekken tussen ironie en sarcasme.
Ook is dit vaak persoonlijk, maar het gaat om
de bedoeling van de spreker!

Slide 13 - Diapositive

Cynisme
Wrede, bittere spot; zwartgallig
– "Ach, een hond is tenminste goedkoper dan een kind."
Cynisme komt vaak voort uit een (pijnlijk...) ongeloof in het goede van de mens, of uit een gevoel van machteloosheid vermengd met woede.
Het zijn vaak opmerkingen of uitspraken waarbij iemand gelooft dat mensen vooral door eigenbelang gemotiveerd worden, vaak op een scherpe of bittere toon. Cynisme is minder mild dan sarcasme en vaak doordrenkt van wantrouwen tegenover goede bedoelingen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Goh, de vorige keer had je een betere smoes toen je te laat kwam.
A
cynisme
B
sarcasme
C
ironie

Slide 17 - Quiz

Jij stond zeker achteraan toen de intelligentie werd uitgedeeld
A
Ironie
B
sarcasme
C
cynisme

Slide 18 - Quiz

"Natuurlijk mag je tijdens de uitleg naar de wc!", zegt de docent met een glimlach.
A
sarcasme
B
cynisme
C
ironie

Slide 19 - Quiz

Onderwijs is niet om je iets te leren, maar om je te leren gehoorzamen.
A
sarcasme
B
cynisme
C
ironie

Slide 20 - Quiz

"Dat meneer Van der Weiden humor gaat uitleggen in een droge Lessonup, is wel een beetje..."
A
sarcastisch
B
ironisch
C
cynisch

Slide 21 - Quiz

Natuurlijk geven bedrijven aan goede doelen, vooral als er een camera bijstaat.
A
sarcastisch
B
ironisch
C
cynisch

Slide 22 - Quiz

"Wat een geweldige jongens, om iemand die al op de grond ligt dood te trappen en te slaan."
A
ironisch
B
sarcastisch
C
cynisch

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

Wat ga je doen?
Maak opdracht 13 en 14 op bladzijde 132

Slide 25 - Diapositive

Hoe kan ironie misverstanden doen ontstaan?

Slide 26 - Question ouverte