Persoonlijke voornaamwoorden

Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 1 - Diapositive

Het persoonlijk voornaamwoord
  • enkelvoud
  • meervoud

Slide 2 - Diapositive

ik
jij
hij
zij
het
men
ich
du
er
sie
es
man

Slide 3 - Diapositive

wij
jullie
zij
u
wir
ihr
sie
Sie

Slide 4 - Diapositive

er, sie, es
Das ist Peter. Er ist mein Freund.
Kennst du die Frau. Sie ist eine Deutsche.
Wie alt ist das Kind. Es ist 13 Jahre alt.
Das sind Herr und Frau Müller. Sie wohnen in Hamburg.

Slide 5 - Diapositive

Wat betekent
er?

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent
sie?

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent
es?

Slide 8 - Question ouverte

Mein Freund heißt Julian. Er ist 15 Jahre alt.
"Er" gebruik je bij ...
A
hij
B
zij
C
het

Slide 9 - Quiz

Das ist Frau Stolze. Sie wohnt neben uns.
"Sie" gebruik je bij ...
A
hij
B
zij
C
het

Slide 10 - Quiz

Das ist ein Kind. Es ist noch klein.
"Es" gebruik je bij ...
A
hij
B
zij
C
het

Slide 11 - Quiz