1KB periode 1 les 27

Startopdracht 
Vertaal de woordjes van het werkblad.
Kijk eerst wat je nog weet en ga daarna pas in je boek spieken. 


timer
6:00
1 / 79
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 79 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Startopdracht 
Vertaal de woordjes van het werkblad.
Kijk eerst wat je nog weet en ga daarna pas in je boek spieken. 


timer
6:00

Slide 1 - Diapositive

Check Startopdracht
die Hauptschule                                       machen
die Hausaufgaben                                    haben
die Klasse
die Pause
die Schule
der Bruder
nett
nicht



Slide 2 - Diapositive

Check Startopdracht
vandaag
de taal
omdat 
kiezen
mobieltje
helaas
sinds
samen


Slide 3 - Diapositive

Programm
Wiederholung
Kontrolle Hausaufgaben
Nikolaus und seine Helfer
Abschluß


Slide 4 - Diapositive

Kontrolle Hausaufgaben
Aufgaben 8 t/m 13

Slide 5 - Diapositive

Sss
Sinterklaas    -      Nikolaus 

Slide 6 - Diapositive

Lernziele
- Ik ken minimaal twee verschillen tussen Sinterklaas in Nederland en Duitsland én andere Duitstalige landen (Oostenrijk, Zwitserland).
- Ik ken een aantal nieuwe woorden in het Duits rondom het thema Sinterklaas.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Hoe heet het hoofddeksel van Sinterklaas in het Duits?
  • Kappe
  • Krone
  • Mütze
  • Mitra

Slide 9 - Diapositive

Waar komt Sinterklaas oorspronkelijk vandaan?
  • Turkije
  • Brazilië
  • Spanje
  • Nederland

Slide 10 - Diapositive

Wat was het beroep van Sinterklaas?
  • Dominee
  • Priester
  • Bisschop
  • Pastoor

Slide 11 - Diapositive

Op welke datum wordt in Duitsland Sinterklaas gevierd?
  • 4 december
  • 5 december
  • 6 december
  • 7 december

Slide 12 - Diapositive

Waarom op 6 december?
  • 6 december is de verjaardag van Sinterklaas
  • 6 december is de sterfdag van Sinterklaas
  • 6 december is een willekeurige datum die iemand heeft bedacht

Slide 13 - Diapositive

Nikolaus in den Niederlanden und in Deutschland
Deze week wordt de sterfdag van Sankt Nikolaus gevierd. In Nederland vieren we dat op de avond van 5 december. In Duitsland viert men niet op 5, maar op 6 december. 
Er zijn veel overeenkomsten tussen de traditie in Nederland en Duitsland. Zo kijken kinderen uit naar de Nikolaus. Ze zetten hun laarzen voor het huis en zingen om kleine cadeautjes (chocolade en mandarijnen) te krijgen. 
Er zijn ook verschillen. In Nederland wordt de Sint geholpen door Piet. In Duitsland gebeurt dat door Knecht Ruprecht en andere duivelse wezens. 

Slide 14 - Diapositive

Nikolaus und Knecht Ruprecht
  • in den meisten Teilen Deutschlands (Norden und Mitte)
  • Begleiter des  Nikolaus
  • Ruprecht hat eine Rute dabei
  • Er ist schmutzig und trägt braune oder schwarze Kleidung
  • Er bestraft böse Kinder, die nicht brav gewesen sind!

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Nikolaus und Krampus
  • In der Alpenregion (Österreich+Süddeutschland)
  • Krampus begleitet Nikolaus
  • Paraden durch die Straßen
  • Eine dämonische Figur
  • Kinder haben Angt vor dem Krampus (viele Eltern auch!)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Wat doet Krampus met de mensen?

Krampus wordt omschreven als "halb Ziege, halb Dämon". Wat betekent dat? 

Slide 20 - Diapositive

Jullie gaan zo luisteren naar een bekend Sinterklaasliedje. Let goed op! Je krijgt er een paar vragen over. Hört gut zu...

Slide 21 - Diapositive

2

Slide 22 - Vidéo

00:17
Wat betekent: "Lasst uns froh und munter sein"?

- Laten we vrolijk en opgewekt zijn
- Laten we stout en vervelend zijn
- Laten we gezellig en druk zijn
 

Slide 23 - Diapositive

00:32
Hoe noem je Pakjesavond in het Duits?

- Geschenkabend
- Nikolausabend
- Nikolausnacht
 

Slide 24 - Diapositive

Wat is een "Teller"?

- een telraam
- een bord
- een schoen
 

Slide 25 - Diapositive

Wat is het doel van de "Teller"?

- Daar leggen kinderen eten op voor Nikolaus.
- Daar legt Nikolaus de cadeautjes op.
- Daar legt Nikolaus eten op.
- Daar leggen de kinderen hun verlanglijstje op. 

Slide 26 - Diapositive

Aufgaben :) 
Maak de opdrachten.  

Ben je klaar? Laat je werk dan controleren! 


Slide 27 - Diapositive

Lernziele
- Ik ken minimaal twee verschillen tussen Sinterklaas in Nederland en Duitsland én andere Duitstalige landen (Oostenrijk, Zwitserland).
- Ik ken een aantal nieuwe woorden in het Duits rondom het thema Sinterklaas.

Slide 28 - Diapositive

Tschüß!
Ich hoffe, es hat euch Spaß gemacht!

Bis zum nächsten Mal..........

Slide 29 - Diapositive

Woordenboek-opdracht 

Slide 30 - Diapositive

Programm:
- Wörter
- Übungstest  
- Auswahlmoment
- Nikolaus 
- Nikolaus Arbeitsblätter 
- Bingo

Slide 31 - Diapositive

 Nikolaus 
Neem voor je: 

Een wisbordje en een stift 
of 
Een pen en een schrift 

Slide 32 - Diapositive

Doelen van deze les:
Je leert de verschillen kennen tussen Sinterklaas
in Nederland en Duitsland én andere Duitstalige landen (Oostenrijk, Zwitserland).

Je leert een aantal nieuwe woorden in het Nederlands / Duits rondom het thema Sinterklaas.

Slide 33 - Diapositive

Nikolaus in den Niederlanden und in Deutschland.
Diese Woche wird der Geburtstag von Sankt Nikolaus gefeiert. Am 5. Dezember findet jedes Jahr in den Niederlanden die Nikolausfeier statt. Auch in Deutschland wird Nikolaus gefeiert. 
In Deutschland feiert man aber nicht am 5. sondern am 6. Dezember. Es gibt viele Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland. Kinder halten Ausschau nach (=uitkijken naar) dem Nikolaus. Sie stellen ihre Schuhe vor das Haus und singen, um kleine Geschenke (Schokolade oder Mandarinen) zu bekommen. In den Niederlanden hilft Piet dem Nikolaus. In Deutschland spielt Ruprecht die Rolle des Helfers.

Slide 34 - Diapositive

Nikolaus und Ruprecht

Slide 35 - Diapositive

Op welke dag wordt Nikolaustag gevierd?
A
4. Dezember
B
5. Dezember
C
6. Dezember
D
24. Dezember

Slide 36 - Quiz

Wat krijgen kinderen in Duitsland van Sinterklaas?
A
Speelgoed en chocolade
B
Chocolade en mandarijnen

Slide 37 - Quiz

In Österreich helfen teuflische (=duivelse)Wesen dem Nikolaus.
A
richtig
B
falsch

Slide 38 - Quiz

Nikolaus und Krampus
  • In der Alpenregion (Österreich+Süddeutschland)
  • Krampus begleitet Nikolaus
  • Sie machen Paraden durch die Straßen
  • Eine dämonische Figur
  • Kinder haben Angst vor dem Krampus (viele Eltern auch!)

Slide 39 - Diapositive

In grote delen van Duitsland heet het hulpje van Sinterklaas.............................
A
Piet
B
Samichlaus
C
Schmutzli
D
Ruprecht

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Vidéo

1

Slide 42 - Vidéo

00:52
Wat doet Krampus bij meerdere personen?
A
hij pakt hun muts af
B
hij slaat ze met de roe
C
hij duwt ze aan de kant
D
hij aait ze over hun bol

Slide 43 - Quiz

Krampus wordt omschreven als "Halb Ziege, halb Dämon". Wat betekent dat?
A
Half geit, half demoon
B
Half duivel, Half demoon

Slide 44 - Quiz

Hoe heet Sinterklaas in het Duits?
A
Sanktaklaus
B
Ruprecht
C
Nikolaus
D
Sinterklaus

Slide 45 - Quiz

Waar komt Sinterklaas officieel vandaan?
A
Spanien
B
die Türkei
C
die Niederlande
D
Belgien

Slide 46 - Quiz

Wat deed Sinterklaas ooit in een laars?
A
Goldstücke
B
Geld
C
Putzmittel
D
Geschenk

Slide 47 - Quiz

Wat is een ‘Nikolausmann’
A
De persoon die sinterklaas speelt.
B
Een man die nog in sinterklaas geloofd.
C
Een koek die je in december eet.
D
Een jongensnaam in Duitsland.

Slide 48 - Quiz

Hoe heet de hulp van Sinterklaas in Noord- Duitsland en hoe in Zuid-Duitsland/Oostenrijk?
A
Noord: Myra Zuid: Ruprecht
B
Noord: Krampus Zuid: Ruprecht
C
Noord: Piet Zuid: Ruprecht
D
Noord: Ruprecht Zuid: Krampus

Slide 49 - Quiz

Jullie gaan zo luisteren naar een bekend Sinterklaasliedje. Let goed op! Je krijgt er een paar vragen over. Hört gut zu...

Slide 50 - Diapositive

2

Slide 51 - Vidéo

00:17
Wat betekent: "Lasst uns froh und munter sein"?
A
Laat we vrolijk en opgewekt zijn.
B
Laat we stout en vervelend zijn.
C
Laten we gezellig en druk zijn.

Slide 52 - Quiz

00:32
Hoe heet "pakjesavond" in het Duits?
A
Geschenkabend
B
Nikolausabend
C
Nikolausnacht

Slide 53 - Quiz

Wat is een "Teller"?
A
een telraam
B
een schoen
C
een bord

Slide 54 - Quiz

Wat is het doel van de "Teller"?
A
daar leggen kinderen eten op voor Nikolaus
B
daar legt Nikolaus de cadeautjes op
C
daar legt Nikolaus eten op
D
daar leggen de kinderen hun verlanglijstje op

Slide 55 - Quiz

Aufgaben :) 
Maak de opdrachten op het werkblad. 

Ben je klaar? Kom dan een mooie kleurplaat uitzoeken. 

De mooiste komen in het lokaal te hangen. 

Slide 56 - Diapositive

Nikolaus und Krampus

Slide 57 - Diapositive

Slide 58 - Vidéo

Ik heb nu een duidelijk beeld over de Sinterklaastraditie versus Krampus
😒🙁😐🙂😃

Slide 59 - Sondage

Tschüß!
Ich hoffe, es hat euch Spaß gemacht!

Bis zum nächsten Mal..........

Slide 60 - Diapositive

Heute.....
  • Ik kan in het Duits vertellen hoe laat het is. 

Slide 61 - Diapositive

die Uhrzeiten
de kloktijden

Slide 62 - Diapositive

Slide 63 - Diapositive

Slide 64 - Diapositive

Handig feitje: De Duitse kloktijden staan in dezelfde volgorde als in het Nederlands. 
Vertaal dus woord voor woord. Leer de getallen!
Voorbeeld: vijf over vier = fünf nach vier

Slide 65 - Diapositive

Hoe laat is het? - Wie spät ist es?

Het is.......               - Es ist .....

Slide 66 - Diapositive

Wie spät ist es?
A Es ist fünf nach zwei. 
B Es ist fünf Uhr.                
C Es ist Viertel vor zwei.

Slide 67 - Diapositive

Wie spät ist es?
A Es ist neun Uhr. 
B                              B Es ist fünf vor halb zehn.                
C Es ist halb eins. 

Slide 68 - Diapositive

Wie spät ist es?
A Es ist neun Uhr. 
B            B Es ist halb fünf.                
               C Es ist Viertel vor neun. 

Slide 69 - Diapositive

Wie spät ist es?
A Es ist drei Uhr. 
                 B Es ist zehn Uhr.                
                     C Es ist Viertel nach zwölf. 

Slide 70 - Diapositive

Wie spät ist es?
                                   A Es ist zehn Uhr fünfunddreißig. 
                                   B Es ist fünf vor halb zehn.                
                        C Es ist fünf nach halb zehn. 

Slide 71 - Diapositive

An die Arbeit!
Wat: Aufgaben 8 t/m 13, ab Seite 74 
Wie: alleen
Hoe: in stilte
Hulp: Lernliste, blz. 98
Klaar? Leg het dominospel. 

Slide 72 - Diapositive

Hausaufgaben
Maken:
Kapitel 3, Aufgaben 8 t/m 13

Leren:
Lernliste N-D, leraar t/m huiswerk


Slide 73 - Diapositive

Rückblick

Slide 74 - Diapositive

  • Ik kan in het Duits vertellen hoe laat het is. 

Slide 75 - Diapositive

Slide 76 - Diapositive

Slide 77 - Diapositive

Slide 78 - Diapositive

Montag, den 2. Dezember

Slide 79 - Diapositive