Kaartjes en mailtjes schrijven

Taalklas
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

Taalklas

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

welke dag en datum is het vandaag?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kaartjes, mails en berichten schrijven

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag

  • Hoe schrijf ik een kaartje of berichtje?
  • Een kaartje lezen
  • Zelf een kaartje schrijven

Slide 4 - Diapositive

Kaartje van Casper laten zien
Playa de la Lanzada

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat schrijf je op een kaart?
  1. Groeten: Hallo, Hoi, Beste,
  2. Jouw bericht
  3. Afsluiten: Tot snel! Groetjes ...

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan vandaag niet naar school komen. Ik ben ziek. Ik denk dat ik morgen weer op school ben.
Succes met je examens!  
We hebben huiswerk voor wiskunde. Je moet hoofdstuk 3 en 4 leren.
Het moet morgen klaar zijn.
2. Jouw bericht

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?
Vragen!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je wel eens een kaartje gestuurd?
Ja, soms
Nee, nooit
Ik begrijp het niet
Ja, vaak

Slide 10 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je wel eens een kaartje gekregen?
Ja
Nee
Ik begrijp het niet

Slide 11 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions


Je schrijft een kaartje aan je oma. Hoe begin je?
A
Lieve oma,
B
Hoe gaat het?
C
Groetjes,

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Je schrijft een kaartje aan iemand in je klas. Hoe begin je?
A
Doei
B
Hoe gaat het?
C
Hoi

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Iemand is ziek. Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Succes
C
Gefeliciteerd

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Iemand moet examen doen. 
Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Veel succes
C
Gefeliciteerd

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Iemand is jarig. Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Succes
C
Gefeliciteerd

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Iemand is geslaagd voor zijn rijbewijs. Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Succes
C
Gefeliciteerd

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Je wilt iemand feliciteren met zijn nieuwe huis. Wat schrijf je?
A
Hallo
B
Hoe gaat het?
C
Groetjes,
D
Gefeliciteerd met je nieuwe huis.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zie je?
3531 HL
A
adres
B
postcode
C
huisnummer
D
plaats

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zie je?
Zuilen
A
adres
B
postcode
C
wijk
D
plaats

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zie je?
Utrecht
A
adres
B
postcode
C
huisnummer
D
plaats

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zie je?
Overvecht
A
adres
B
postcode
C
wijk
D
plaats

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zie je?
Nieuwegein
A
adres
B
postcode
C
wijk
D
plaats

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe begin je een mail of een kaart?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je schrijft een kaart aan Maria.
Op de kaart vraag je hoe het met Maria gaat.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan is jarig. Wat schrijf je op de kaart?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maya heeft examens. Wat schrijf je?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tom is ziek. Wat schrijf je op de kaart?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe eindig je een kaart?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf een kaartje
Aan wie?
Wat schrijf je erop?
Slot

Klaar>>>> Numo

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions