Jong & Oud Hoofdstuk 5 (3) 2025

Hoofdstuk 5 (3)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5 (3)

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
  • Je kunt de volgende begrippen omschrijven:
  1. inflatie
  2. consumentenprijsindex (CPI)
  3. budgetonderzoek

  • Je kunt de consumentenprijsindex bereken.

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Bespreken opdracht 5.5 en 5.6 
  • Uitleg berekenen CPI
  • Maak opdracht 5.7 t/m 5.9
  • Terugkomen op de leerdoelen                                                                 

Slide 3 - Diapositive

Bespreken
  • Opdracht 5.5 en 5.6

Slide 4 - Diapositive

CPI
Als we koopkrachtverandering willen berekenen moeten we met de prijsveranderingen van alle producten rekening houden. 
We gebruiken hiervoor de consumentenprijsindex (CPI) → dit is de maatstaf voor inflatie. Het CPI geeft aan hoeveel procent de kosten van levensonderhoud in een jaar hoger zijn dan in het basisjaar.

Slide 5 - Diapositive

ConsumentenPrijsIndex (CPI)
Het CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen. Het is een samengesteld gewogen gemiddelde van een groot aantal gezinnen.
Gewogenindexcijfer=ΣΣwegingsfactoren(wegingsfactorindexcijfer)

Slide 6 - Diapositive

Stappenplan CPI
Consumentenprijsindexcijfer berekenen
  1. indexcijfer artikelgroep x wegingsfactor
  2. Tel alle uitkomsten bij elkaar op.
  3. Tel alle wegingen bij elkaar op (meestal 100).
  4. Deel de uitkomsten van stap 2 door totaal van alle wegingen uit stap 3.
  5. Je hebt nu het CPI (consumentenprijsindexcijfer).

Slide 7 - Diapositive

Bereken het CPI. Rond af op 1 decimaal.

Slide 8 - Question ouverte

Behalve met bezuinigingen op de kinderbijslag zal het gezin van Megan ook nog rekening moeten houden met de inflatie. Om inflatie te meten wordt het consumentenprijsindexcijfer (CPI) gebruikt.

Bereken in twee decimalen het CPI voor het gezin van Megan. Schrijf je berekening op.

Slide 9 - Question ouverte

Bij een CPI van 98,1, is er dan sprake van inflatie of deflatie?
A
Deflatie
B
Inflatie

Slide 10 - Quiz

Aan de slag met
  • Maak opdracht 5.7 t/m 5.9
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Bespreken
  • Opdracht 5.7 t/m 5.9 

Slide 12 - Diapositive

Leerdoelen 
  • Je kunt de volgende begrippen omschrijven:
  1. inflatie
  2. consumentenprijsindex (CPI)
  3. budgetonderzoek

  • Je kunt de consumentenprijsindex bereken.

Slide 13 - Diapositive