Grenzen aangeven
1 / 20
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Hoe geef jij jouw grenzen aan?
Slide 4 - Carte mentale
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Is dit over de grens?
A
ja!
B
neen!
C
op het randje van de grens!
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Is dit over de grens?
A
ja!
B
neen!
C
op het randje van de grens!
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Is dit over de grens?
A
ja!
B
neen!
C
op het randje van de grens!
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Wat klopt niet?
A
Als iemand zijn of haar grens aangeeft moet je dit respecteren. Ook al wil je het zelf anders.
B
Als je je ergens ongemakkelijk bij voelt zeg of toon je dit best zo snel mogelijk.
C
Als je op iets hebt toegezegd mag je nadien niet meer zeggen dat je het toch niet ziet zitten.
D
Iemand aanraken of aangeraakt worden doe je enkel als je dat allebei graag wil en fijn vind.
Slide 17 - Quiz
Wat doe jij als iemand over je grens gaat?
