220301 vloeistoffen en vit A drank

les 01-03-22  vloeistoffen
1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
BSPMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 200 min

Éléments de cette leçon

les 01-03-22  vloeistoffen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel 
  • Je weet welke hulpstoffen er in vitamine A drank zit
  • Je kan uitrekenen hoeveel je moet afwegen bij de bereiding van een andere hoeveelheid drank

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soorten water ken je?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke andere hulpstoffen ken je nog?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vloeibare toedienvormen ken je?

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is isotoon?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht

Vitamine A- drank

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1) Wat voor soort drank is dit? En wat zijn de kenmerken

Slide 20 - Question ouverte

Solubilisatie→ de te verdelen moleculen vormen met een solubilisator=emulgator micellen die oplossen in de buitenfasen.
Kenmerken: helder en stabiele oplossing, omschudden is dus niet nodig. Qua deeltjesgrootte staat een solubilisatie tussen een oplossing en een emulsie in.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aqua purificata 
Acidum citricum monohydricum
anisi stellati aetheroleum
Kalii sorbas 
polysovatum 80
sirupus simplex 
Oplosmiddel 
conserveermiddel 
O/W emulgator
W/O emulgator 
smaakstof 
antioxidantia 

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

3a) Bereken hoeveel gram Vitaminum A syntheticum densatum oleosum 1.000.000 IE/g je dient af te wegen voor dit recept.

Slide 25 - Question ouverte

De concentratie is 50.000IE/ml voor 100 ml heb je dus 5000.000IE nodig. De grondstof bevat 1000.000IE per gram. Is dus 5 gram. 
4) Hoeveel heb je van alle grondstoffen nodig voor 80 ml?

Slide 26 - Question ouverte

Vitaminum A syntheticum densatum oleosum 1.000.000 IE/g 4 g (5/100x80)
Acidum citricum monohydricum 192 mg
Anisi stellati aetheroleum 176 mg
Kalii sorbas 240 mg
Polysorbatum 80 10 g
Sirupus simplex FNA 10 g
Aqua purificata 58,4 g
Totaal 83,2 g (= 80 ml)

5) Wat is de relatieve dichtheid van deze solubilisatie? Controleer je antwoord mbv de kwaliteitseisen op Kennisbank

Slide 27 - Question ouverte

Je weet dat 100 ml 104 gram weegt. Dus 104/100=1,04
Informatie uit het commentaar:
Dichtheid: 1,020 - 1,060.
Uiterlijk van de oplossing: de oplossing is helder tot zwak opalescent, nagenoeg vrij van deeltjes en lichtgeel van kleur.

6) Als druppelgewicht wordt voor Anisi stellati aetheroleum gegeven 55 mg/gtt. Hoeveel druppels voeg je toe voor 100 ml en voor 80 ml?

Slide 28 - Question ouverte

220 mg/55 mg = 4 druppels voor 100 ml
175 mg/55 mg = 3,2 druppels dus 3 druppels toevoegen voor 80 ml

7) Op het etiket staat vermeld: Het innemen 'op een glas water' dient om de smaak meer acceptabel te maken. Wat kun je vertellen over de smaak?

Slide 29 - Question ouverte

De drank bevat Acidum citricum monohydricum, dat is zuur en zorgt ervoor dat de ph van de drank omlaag gaat, wat de houdbaarheid verhoogd. In het FNA wordt de pH gegeven→pH: 4,0 - 5,0. De drank is dus zuur.
Lesdoel 
  • Je weet welke hulpstoffen er in vitamine A drank zit
  • Je kan uitrekenen hoeveel je moet afwegen bij de bereiding van een andere hoeveelheid drank

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het lesdoel gehaald?
0100

Slide 31 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 8-3-22
Receptuur oogdruppels 

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is volgens jou palliatieve zorg?

Slide 49 - Question ouverte

“Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard.”

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke ziektebeelden wordt vaak palliatieve zorg verleend?

Slide 52 - Carte mentale

Ongeneeselijke ziekten als;
  • Oncologie
  • hartfalen
  • Copd
  • ALS 
Wat voor klachten hebben patienten vaak in de palliatieve fase?

Slide 53 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 54 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 3-3-22
Lees;
Boek; Omgaan met diversiteiten H 16
https://mijn.bsl.nl/palliatieve-en-terminale-zorg/12190674/fulltextView=true  
start met de opdracht 

Slide 55 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions