V2 les 6 periode 4

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Español V2 clase 6 periodo 4

1

2

3

4

5

6

7

¿Qué tal lo pasaste en París?
Fenomenal, horrible, muy bien, regular, etc.

¿QUÉ TIEMPO HACE HOY?

AYUDA

Programa:

1. Repaso del vocabulario.
2. Repaso verbos reflexivos (wederkerende werkwoorden).
3. Ejercicios Compañeros 

Vamos a jugar Bloket!

Verbos Reflexivos

wederkerende werkwoorden

Hoe herken je een wederkerend werkwoord in het Spaans?

afeitarse

1. 
2. 

vestirse

1. 
2. 

acostarse

1. 
2. 

ducharse

1. 
2. 
3. 

VERBOS REFLEXIVOS

wederkerende werkwoorden eindigen altijd op -se

Om ze te vervoegen haal je -se eraf en dan hou je een werkwoord over dat eindigt op -ar/-er of -ir

bijvoorbeeld: lavarse = zich wassen

Verbos reflexivos

Verbos reflexivos: regulares

1. ducharse (douchen)
2. levantarse (opstaan)
3. lavarse (zich wassen)
4. afeitarse (zich scheren)
5. quedarse (blijven/verblijven)
6. bañarse (baden - ook in zee of in een zwembad: voorbeeld: Yo me baño en el mar). 

Verbos reflexivos: irregulares

1. sentarse (ie): zitten
2. acostarse (ue): naar bed gaan
3. vestirse (i): zich aankleden
4. despertarse (ie): wakker worden
5. ponerse (onregelmatige eerste persoon PONGO, daarna regelmatig: aantrekken 

Verbos reflexivos

Verbos reflexivos

nos levantamos

me ducho

os llamáis 

se despierta

te lavas

me visto

se llama

se quedan

Compañeros: afmaken 

- TB Blz. 74 oefening 1 t/m 3​

WB Blz. 48 oefening 2​

WB blz. 50 oefening 2 (let op! Desayunar betekent ontbijten en het is een regelmatig werkwoord!)​

WB Blz. 51 oefening 6​

​