3.2 Klimaat en plantengroei

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

3.2 Klimaat en plantengroei

 Weer en klimaat

gematigd zeeklimaat

gematigd zeeklimaat

• zachte winters, koele zomers 
• hele jaar neerslag 
  

    (door de aanlandige wind)

• zeeklimaat in VS warmer en natter dan in NL
  

Virginia

Middellandse Zeeklimaat

Middellandse Zeeklimaat

• warme droge zomers, zachte   winters 
• neerslag valt vooral in de   winter (: dankzij zeewind)
  

Big Sur, Californië

tropisch regenwoudklimaat

tropisch regenwoud-klimaat

• temperatuur is altijd > 18°C
• warm en vochtig, met veel   neerslag
  
• alleen op Hawaii en een smalle   strook in Florida

Kauai, Hawaii

savanneklimaat

savanneklimaat

• zomers heet (32°C) en vochtig
• in winters valt veel minder   neerslag

Everglades NP, Florida

landklimaat

landklimaat

• hete, droge zomers en koude   winters
  
• overheersend aflandige wind 

     (: weinig invloed van zee)

New York City

toendraklimaat

 toendraklimaat

• zomer nooit warmer dan 10°C,   winter kouder dan -3°C
• permafrost bodem
  

Denali NP, Alaska

permafrost = eeuwig bevroren ondergrond, waarbij het bovenste deel van de bodem in de zomer ontdooit; hierdoor ontstaan er veel ondiepe plassen

hooggebergte klimaat

• op grote hoogte (>1500 meter) 
• valt veel neerslag
• groeit alleen gras en mos
  

Yosemite NP

woestijnklimaat

woestijnklimaat

• neerslag < 200 mm per jaar
• neerslag die valt verdampt snel
• alleen vetplanten en cactussen   kunnen overleven

Death Valley NP, Californië

steppeklimaat

steppeklimaat

• droog, neerslag 200-400 mm   per jaar (vooral in de zomer)
• alleen grassen en struiken   overleven
• waar? in de Great Plains, de   grote centrale grasvlakten in   het midden van de VS
  

Great Plains, South Dakota