klas 3 chap 3 - Het pers. vnw. als lijdend voorwerp

Lesdoelen
Grammaire
ik kan een lijdend voorwerp in een Franse zin vervangen door le, la, l' of les (persoonlijk voornaamwoord)


1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
Grammaire
ik kan een lijdend voorwerp in een Franse zin vervangen door le, la, l' of les (persoonlijk voornaamwoord)


Slide 1 - Diapositive

Met welk(e) woord(en) kun je het lijdend voorwerp 'het' vervangen?
A
le
B
les
C
le, la, l', les
D
la

Slide 2 - Quiz

Met welk(e) woord(en) kun je het lijdend voorwerp 'hem' vervangen?
A
le, l'
B
les
C
le
D
la

Slide 3 - Quiz

Met welk(e) woord(en) kun je het lijdend voorwerp 'haar' vervangen?
A
le, l'
B
les
C
le
D
la, l'

Slide 4 - Quiz

Met welk(e) woord(en) kun je het lijdend voorwerp 'ze' (meervoud) vervangen?
A
le
B
les
C
les, l'
D
la

Slide 5 - Quiz

Kies het lijdend voorwerp in de zin:
Je cherche mon stylo
(ik zoek mijn pen)
A
je
B
cherche
C
mon
D
mon stylo

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste optie:
Elle cherche les photos
Elle ...... cherche.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste volgorde.
Je veux utiliser ma carte pour payer.
A
Je la veux utiliser.
B
Je veux l'utiliser.
C
J' utiliser veux la.
D
Je veux utiliser la.

Slide 8 - Quiz

Vervang het lijdend voorwerp:
Je mange la pizza.
A
Je le mange
B
Je la mange
C
Je l' mange
D
Je les mange

Slide 9 - Quiz

Vervang het lijdend voorwerp:
Je mets les vêtements.
A
Je le mets
B
Je la mets
C
Je l' mets
D
Je les mets

Slide 10 - Quiz

Vervang het lijdend voorwerp:
Elle met le pantalon.
A
Elle le met
B
Elle la met
C
Elle l' met
D
Elle les met

Slide 11 - Quiz

Vervang het lijdend voorwerp:
Tu as regardé tous les épisodes de Stranger Things?
A
Oui, j' ai les regardé!
B
Oui, j' ai regardé les!
C
Non, je ne les ai pas regardé...
D
Oui, je les ai regardé!

Slide 12 - Quiz