Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Groene Vormgeving en Verkoop 1.1 tm 1.3
Groene vormgeving en verkoop
Bloem leerjaar
1.1 Soorten winkels
1.2 Een duurzaam assortiment
1.3 Genoeg voorraad
1 / 52
suivant
Slide 1:
Diapositive
Mens & Natuur
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Cette leçon contient
52 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Groene vormgeving en verkoop
Bloem leerjaar
1.1 Soorten winkels
1.2 Een duurzaam assortiment
1.3 Genoeg voorraad
Slide 1 - Diapositive
Les 1(1.1): Soorten winkels
Aan het einde van deze les kun je
Verschillende winkelvormen in de groene sector opnoemen.
Slide 2 - Diapositive
Met een winkelvorm wordt bedoeld...
A
De vorm waarin de winkel is gebouwd.
B
De kleuren waarmee de winkel is vormgegeven.
C
De opzet voor de winkel in grote lijnen.
Slide 3 - Quiz
Noem een winkelvorm die je kent.
Slide 4 - Carte mentale
Winkelvormen uit
de groene sector
zijn:
Boerderijwinkel
Markt
Speciaalzaak
Tuincentrum
Webshop
Op het plaatje hiernaast zie je een boerderijwinkel.
Slide 5 - Diapositive
Boerderijwinkel
Markt
Speciaalzaak
Tuincentrum
Webshop
Verkoopt maar een paar soorten producten die bij elkaar passen.
Verkoopt van alles online, vaak in combinatie met een winkel.
Verkoopt vlees, zuivel, groenten, fruit enz van eigen boerderij.
Een grote winkel, vaak buiten het centrum. Verkoopt bomen, planten, tuingereedschap, tuinmeubelen enz.
Producten zoals stoffen, vis, groenten en fruit, bloemen, brood, noten enz worden verkocht op een openbare plek in dorp of stad.
Slide 6 - Question de remorquage
Met een winkelvorm wordt bedoeld...
A
De vorm waarin de winkel is gebouwd.
B
De kleuren waarmee de winkel is vormgegeven.
C
De opzet voor de winkel in grote lijnen.
Slide 7 - Quiz
Wat voor soort winkelvorm is de Intratuin?
Slide 8 - Question ouverte
De winkel die je ziet is
A
Een zelfstandige winkel met een webshop
B
Een winkelketen met een webshop
Slide 9 - Quiz
Welke winkelvorm zie je op het plaatje?
Slide 10 - Question ouverte
Op het plaatje zie je de winkelvorm...
A
Speciaalzaak
B
Boerderijwinkel
C
Marktkraam
Slide 11 - Quiz
Dit is het logo van de winkelvorm
A
Speciaalzaak
B
Webshop
C
Marktkraam
Slide 12 - Quiz
Maak je eigen winkel.
Werk in een tweetal.
Slide 13 - Diapositive
Zoek op internet:
Wat is een plukboeket?
waar moet een plukboeket aan voldoen?
Slide 14 - Diapositive
Kies je winkelvorm. Kies uit:
Boerderij - of landwinkel
Marktkraam
Speciaalzaak (dit mag ook een andere sector zijn)
Tuincentrum
Slide 15 - Diapositive
Winkelketen of eigen winkel.
Kiezen jullie een winkelformule uit een bestaande winkelketen of willen jullie je eigen winkelformule ontwerpen?
Bespreek jullie keuze met de docent voordat je verder gaat.
Slide 16 - Diapositive
Les 2
Uitleggen wat een winkelformule is.
Kenmerken van winkelformules herkennen.
Slide 17 - Diapositive
Met een winkelformule wordt bedoeld
A
De inrichting, presentatie en huisstijl van de winkel.
B
De berekening van het aantal te verkopen producten.
C
De manier waarop de winkelier klanten naar binnen lokt.
Slide 18 - Quiz
Wat is het assortiment van het kruidvat?
A
Huishoudelijke artikelen
B
Speelgoed
C
Drogisterij artikelen
Slide 19 - Quiz
Wat is het assortiment van de Ici Paris?
A
Huishoudelijke artikelen
B
Speelgoed
C
Drogisterij artikelen
Slide 20 - Quiz
Waarin verschilt de sfeer tussen het Kruidvat en de Ici Paris volgens jou?
Slide 21 - Question ouverte
Een groot bedrijf met veel winkelvestigingen noemen we:
A
Een doelgroep
B
Een winkelketen
C
Een winkelformule
D
Een imago
Slide 22 - Quiz
Les 2 (1.2): Een duurzaam assortiment.
Aan het einde van deze les kun je
Uitleggen wat een assortiment is.
Uitleggen wat duurzame producten zijn.
Uitleggen wat duurzaam ondernemen is.
Slide 23 - Diapositive
Een productgroep is...
A
een groep producten die op elkaar lijken of bij elkaar horen.
B
alle producten bij elkaar die in een winkel verkocht worden.
Slide 24 - Quiz
Een
productgroep
is
een groep producten die op elkaar lijken of bij elkaar horen.
Bijvoorbeeld Bloemen, Groenten, Brood.
Slide 25 - Diapositive
Geef een voorbeeld van een productgroep.
Slide 26 - Question ouverte
Met een assortiment wordt bedoeld...
A
De manier waarop de producten in een winkel gesorteerd zijn.
B
Alle productgroepen die een winkelier bij elkaar verkoopt.
Slide 27 - Quiz
Alle productgroepen die een winkelier bij elkaar verkoopt wordt het
assortiment
genoemd.
Slide 28 - Diapositive
Deze winkel heeft veel verschillende productgroepen. Je kunt er van alles en nog wat kopen zoals bijvoorbeeld de HEMA.
Deze winkel heeft zich gespecialiseerd in maar een paar productgroepen, bijvoorbeeld een bloemenspeciaalzaak. Je kunt er specifieke producten kopen.
Breed assortiment
Smal assortiment
Slide 29 - Question de remorquage
Bij de productie van duurzame producten wordt er voorzichtig omgegaan met:
De mens
Het milieu
De economie
Slide 30 - Diapositive
Wat is een voorbeeld van een duurzaam product?
A
Een plastic waterflesje
B
Een hervulbare dopper
Slide 31 - Quiz
Welk voorbeeld is het meest duurzaam?
A
Al je plastic verzamelen in een plastic afvalzak.
B
Je groenten weggooien in een biologisch afbreekbaar afvalzakje.
Slide 32 - Quiz
Een biologisch afbreekbaar product is minder slecht voor het milieu.
Slide 33 - Diapositive
Een keurmerk
is een bewijs dat een product aan bepaalde eisen voldoet.
Slide 34 - Diapositive
Dit keurmerk staat voor
A
Duurzaam hout, geen schade aan het bos.
B
Biologische landbouw, het product voldoet aan de EU regels.
C
Kwaliteit potgrond en substraat, het product en schoon en van juiste kwaliteit.
Slide 35 - Quiz
Het FSC keurmerk staat voor
A
Duurzaam hout, geen schade aan het bos.
B
Biologische landbouw, het product voldoet aan de EU regels.
C
Kwaliteit potgrond en substraat, het product en schoon en van juiste kwaliteit.
Slide 36 - Quiz
Het RHP keurmerk staat voor
A
Duurzaam hout, geen schade aan het bos.
B
Biologische landbouw, het product voldoet aan de EU regels.
C
Kwaliteit potgrond en substraat, het product en schoon en van juiste kwaliteit.
Slide 37 - Quiz
Een ondernemer doet aan
duurzaam ondernemen
als hij of zij extra rekening houdt met mens, milieu en economie.
Slide 38 - Diapositive
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Producten uit het buitenland inkopen.
B
Streekproducten inkopen.
Slide 39 - Quiz
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Afval scheiden en recyclen.
B
Afval in één container verzamelen.
Slide 40 - Quiz
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Kunststof potten voor opkweek gebruiken.
B
Biologisch afbreekbare potten voor opkweek gebruiken.
Slide 41 - Quiz
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Biologisch geteelde producten gebruiken.
B
Zo goedkoop mogelijke producten gebruiken.
Slide 42 - Quiz
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Een zo goedkoop mogelijk pand gebruiken.
B
Een geïsoleerd pand gebruiken.
Slide 43 - Quiz
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Producten met een fairtrade keurmerk verkopen.
B
Producten zo goedkoop mogelijk verkopen.
Slide 44 - Quiz
Les 3 (1.3): Genoeg voorraad.
Aan het einde van deze les kun je
Goede
inkoopkanalen
kiezen.
Uitleggen wanneer je voor welk inkoopkanaal kiest.
Producten bestellen.
Slide 45 - Diapositive
Hoe vaak maak jij mee dat je in de winkel erachter komt dat een product is uitverkocht?
Heel vaak
Regelmatig
Soms
Nooit
Slide 46 - Sondage
Om genoeg producten in de winkel te hebben liggen, moet een winkelier de producten inkopen. Dat kan via verschillende
inkoopkanalen
.
Bij de producenten zelf.
Op de veiling
Bij een groothandel.
Op een beurs.
Slide 47 - Diapositive
Slide 48 - Diapositive
Inkopen bij de producent.
Inkopen op de veiling.
Inkopen bij de groothandel.
Inkopen op een beurs.
Dit doet de winkelier met een breed assortiment wanneer er kleine hoeveelheden nodig zijn.
Direct inkopen bij de kweker of fabrikant.
Dit doet de winkelier met een smal assortiment.
Hier koopt de winkelier alleen bloemen of planten. Er worden grote hoeveelheden tegelijk besteld.
De winkelier bezoekt hiervoor een evenement met stands van bedrijven en groothandels. Hier worden nieuwe producten aangeboden.
Slide 49 - Question de remorquage
Wat wordt bedoeld met een 'Voorraad' in een winkel?
A
Dit zijn alleen de producten die in het magazijn liggen en die beschikbaar zijn voor verkoop.
B
Dit zijn alle producten in het magazijn èn in de winkel die beschikbaar zijn voor verkoop.
Slide 50 - Quiz
Minimumvoorraad
Maximumvoorraad
Omzetsnelheid
Besteleenheid
Dit geeft aan in welke hoeveelheden het product besteld kan worden, bijvoorbeeld per kilo, per dozijn (12st) of per doos (van bijv. 100 st).
Dit is het aantal producten dat de winkelier altijd op voorraad wil hebben.
Dit is het aantal keren dat een product per dag, week of maand wordt verkocht.
Dit is het aantal producten dat de winkelier maximaal op voorraad wil hebben.
Slide 51 - Question de remorquage
Tussentijdse SO 1.1 - 1.3
Leer hiervoor
1.1 Soorten winkels
1.2 Duurzaam assortiment
1.3 Genoeg voorraad
Slide 52 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Groene Vormgeving en Verkoop 1.1 tm 1.3
January 2025
- Leçon avec
45 diapositives
Mens & Natuur
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Praktijkopdracht GRVV De Winkel
September 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Mens & Natuur
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Groene vormgeving en verkoop BB, Bloem lj3
October 2024
- Leçon avec
51 diapositives
Mens & Natuur
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 1 - Groene producten klaarmaken voor de verkoop - 1.1 t/m 1.2
December 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Groen
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Les 1. Winkelformules
January 2025
- Leçon avec
28 diapositives
Studielessen
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
GVV H1 Les 3 Genoeg voorraad
January 2021
- Leçon avec
30 diapositives
Groen
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Commercieel H5 | Wat is distributie?
August 2020
- Leçon avec
17 diapositives
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Thema 3.4 Les ... Winkelformule/-concept, assortiment, verpakking en etiket
February 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Groentechnische wereld
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 3