Maak de startvraag. Klaar? Start alvast aan paragraaf 5.10
(ZD Mixopdrachten) in je online boek!
Startopdracht:
GRAMMATICA
ZINSDELEN
timer
5:00
5.8 Lijdend voorwerp
5.10 Mixopdrachten
Noteer van onderstaande zin de persoonsvorm (pv), het onderwerp (ow), het werkwoordelijk gezegde (wg) en het lijdend voorwerp (lv). Noteer ook de manier waarop je deze zinsdelen hebt gevonden.
- Ajax heeft in de blessuretijd hun voorsprong op FC Groningen weggegeven.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2
Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Maak de startvraag. Klaar? Start alvast aan paragraaf 5.10
(ZD Mixopdrachten) in je online boek!
Startopdracht:
GRAMMATICA
ZINSDELEN
timer
5:00
5.8 Lijdend voorwerp
5.10 Mixopdrachten
Noteer van onderstaande zin de persoonsvorm (pv), het onderwerp (ow), het werkwoordelijk gezegde (wg) en het lijdend voorwerp (lv). Noteer ook de manier waarop je deze zinsdelen hebt gevonden.
- Ajax heeft in de blessuretijd hun voorsprong op FC Groningen weggegeven.
Slide 1 - Diapositive
Je kunt de persoonsvorm van een zin vinden en de zin opdelen in zinsdelen (streepjes).
Je kunt het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.
Je kunt het lijdend voorwerp in een zin vinden.
Lesdoelen
Slide 2 - Diapositive
In deze les gaan we:
Huiswerk bespreken (blz. 210-211)
De uitleg behandelen van paragraaf 8 (lijdend voorwerp);
Zelfstandig werken
Blooket!
Afronden en terugblikken.
Slide 3 - Diapositive
Alle paragrafen metZD voor de paragraaf behandelen we de komende tijd. De paragrafen met WS behandelen we later dit jaar.
Slide 4 - Diapositive
Persoonsvorm
Slide 5 - Carte mentale
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Janneke
zit
haar toets
te
maken
Slide 6 - Question de remorquage
Onderwerp
Slide 7 - Carte mentale
Wat is het onderwerp?
Het onderwerp
Janneke
zit
haar toets
te
maken
Slide 8 - Question de remorquage
Werkwoordelijk gezegde
Slide 9 - Carte mentale
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde
Janneke
zit
haar toets
te
maken
Slide 10 - Question de remorquage
Het lijdend voorwerp (LV)
Een lijdend voorwerp geeft meestal aan aan wie/wat iets 'overkomt' of 'ondergaat'
Zo vind je het lijdend voorwerp:
1. Zoek de PV en verdeel de zin in zinsdelen.
2. Noteer het onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
3. Stel de vraag: Wat/Wie + WG + onderwerp?
Norah heeft een warme winterjas gekocht.
Wat heeft Norah gekocht? Een warme winterjas.
Slide 11 - Diapositive
Lijdend voorwerp (lv)
Het lijdend voorwerp is een zinsdeel.
Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets.
Noteer van de volgende twee zinnen de persoonsvorm (pv), het onderwerp (ow), het werkwoordelijk gezegde (wg) en het lijdend voorwerp (lv):
1. Het nichtje van Willem heeft een tatoeage laten zetten.
PV = OW =
WG = LV =
2. Mijn broertje heeft eindelijk zijn favoriete voetballer ontmoet.
PV = OW =
WG = LV =
Alle zinsdelen bij elkaar:
timer
4:00
Slide 14 - Diapositive
Aan het werk
Wat?
Cursus 5.8 ZD Lijdend voorwerp
Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 214-215)
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De 4 B's, oogje, theorie in je boek.
Tijd
Timer.
Klaar?
Kies een onderdeel dat jij nog lastig vindt (pv, ow, wg of lv) en train jezelf hierin via de trainer in het online boek of oefen verder via de knop hiernaast.