Hoofdstuk 5; par 5.4 p82, 83

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 5; par 5.4 p82, 83

(normale) afspraken in de klas

1.Je volgt de instructies op en je houd je aan de schoolregels.

2.We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.

3.Naar de uitleg wordt geluisterd.

4.Je hebt je schoolmaterialen en huiswerk bij je (2 kansen).

5.Heb je commentaar, doe dit na school.

 

Hou je je niet aan de afspraken?

-1e keer een waarschuwing. 

-2e keer, strafwerk. Dit strafwerk wordt in somtoday gehangen.

-strafwerk vergeten? Volgende keer dubbel en mail naar ouders.

-Nogmaals vergeten? Op donderdag 40 minuten nakomen zonder elektronica. 

Moet ik je meer dan 2 keer waarschuwen in een les, komt er meer strafwerk.

Inhoud les

-leerdoel

-lezen

-korte uitleg

-korte aantekening

-opdrachten laptop

-huiswerk

-beantwoorden leerdoel

Leerdoel deze les

Hoe kregen burgers meer te vertellen over het bestuur van hun land?

Lees zelf 

Pagina 82 'Drie standen'

pagina 82-83 'Het Duitse rijk'

Uitleg

Aantekening

p82:

Hoe werd de burgerij machtiger?

De burgers werden de derde stand. Alle drie de standen kwamen bij elkaar in het parlement/statengeneraal. De koning vroeg hen daar voor advies of geld.

Aantekening

p82-83:

Waardoor was de Duitse koning minder machtig?

Een nieuwe Duitse koning werd gekozen door keurvorsten.

Hierdoor had de Duitse koning deze leenmannen nodig.

De Duitse koning probeert dit te doorbreken door bisschoppen te benoemen en hen grond in leen te geven. 

Hierdoor ontstond in 1075 de investituur strijd. 

In 1122 eindigde de strijd tussen kerk (paus) en staat (koning) met de afspraak dat alleen de paus nog bisschoppen mocht benoemen. 

Opdrachten laptop

Welke is geen stand?

1. Geestelijkheid
2. burgerij
3. rijken
4. adel

Waarom kregen burgers steeds meer inspraak in het bestuur? (motief)

1. De burgers grepen met geweld de macht
2. Vorsten kregen van burgers geld en advies

Het meedoen aan de staten-vergadering/parlement is een recht van de burgerij.

1. juist
2. onjuist

In welk land gebruiken ze het woord:
parlement

1. Engeland
2. Frankrijk
3. de Nederlanden

In welk land gebruiken ze het woord:
Staten-Generaal

1. Engeland
2. Frankrijk
3. de Nederlanden

Wie koos de Duitse koning?

1. keurburgers
2. keurvorsten

Waardoor werd graaf Willem II wel Duits koning maar geen keizer?

1. Willem stierf voordat de paus hem tot keizer kon kronen
2. De paus wilde Willem niet kronen

De paus bepaalde in 1122 dat de paus bisschoppen mocht benoemen.
Hierdoor had de Duitse koning minder macht.

1. juist
2. onjuist

Huiswerk noteren in agenda

(m)wb pagina 97; vraag 4-5

Leerdoel: Hoe kregen burgers meer te vertellen over het bestuur van hun land?

ja, deze vraag weet ik te beantwoorden

nee, ik weet het antwoord niet. (lees aantekeningen nog eens)

EINDE LES

extra info;

Orientatie op geschiedenis 5ed.

p