Opfrissing NEDERLANDS en herhaling THEORIE
1 / 44
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Joepie, we gaan op weekend!
Welke soort zin is dit?
Welke soort zin is dit?
A
mededelende zin
B
vragende zin
C
uitroepende zin
Slide 2 - Quiz
Weet jij wanneer we toets van wiskunde hebben?
A
mededelende zin
B
vragende zin
C
uitroepende zin
Slide 3 - Quiz
De cursisten kijken uit naar de vakantie.
A
mededelende zin
B
vragende zin
C
uitroepende zin
Slide 4 - Quiz
(Duid het juiste leesteken aan)
Emna en Abdel zijn neef en nicht
Emna en Abdel zijn neef en nicht
A
.
B
!
C
?
Slide 5 - Quiz
(Duid het juiste leesteken aan)
Heb je dat nieuwe spelletje al geprobeerd
Heb je dat nieuwe spelletje al geprobeerd
A
.
B
!
C
?
Slide 6 - Quiz
(Duid het juiste leesteken aan)
Ga zitten
Ga zitten
A
.
B
!
C
?
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Wanneer gebruik je hoofdletters?
Slide 9 - Carte mentale
nafi thiam
augustus
belgische
zevenkamp
gouden
alpro
olympische
spelen
Geen
hoofdletter
Hoofdletter
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
zender
ontvanger
boodschap
Slide 13 - Question de remorquage
informeren
ontspannen
overtuigen
ontroeren
strafstudiebrief
inschrijvingsformulier
kassaticket
cartoon
reclame
geboortekaartje
Slide 14 - Question de remorquage
Slide 15 - Diapositive
Benoem de tekstsoort.
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Benoem de tekstsoort.
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Benoem de tekstsoort.
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
1
Titel
Inleiding
Midden
Slot
Alinea
Tussentitel
Voetnoot
Witregel
Slide 22 - Question de remorquage
Slide 23 - Diapositive
2
Titel
Inleiding
Midden
Slot
Alinea
Tussentitel
Voetnoot
Witregel
Slide 24 - Question de remorquage
Slide 25 - Diapositive
3
Titel
Inleiding
Midden
Slot
Alinea
Tussentitel
Voetnoot
Witregel
Slide 26 - Question de remorquage
Slide 27 - Diapositive
4
Titel
Inleiding
Midden
Slot
Alinea
Tussentitel
Voetnoot
Witregel
Slide 28 - Question de remorquage
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Wie?
Slide 31 - Question ouverte
Slide 32 - Diapositive
Wat?
Slide 33 - Question ouverte
Slide 34 - Diapositive
Waar?
Slide 35 - Question ouverte
Slide 36 - Diapositive
Wanneer?
Slide 37 - Question ouverte
Slide 38 - Diapositive
Wat is de juiste spelling?
A
affisje
B
affiche
C
affishe
Slide 39 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
kode
B
coode
C
code
Slide 40 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
sneeuw
B
sneuw
C
sneew
Slide 41 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
spagetti
B
spaghetti
C
spagheti
Slide 42 - Quiz
uitsluitend
net
circa
enkel en alleen
overvloedig
juist
veel
ongeveer
doorstaan
Slide 43 - Question de remorquage
Ik heb de leerstof onder de knie.
😒🙁😐🙂😃
