Clase 4.12 - mhv2 - repaso tema 4

Clase 4.12
Aprender (leren):
- vocabulario: woordenlijst leestoets El Silbón SP-NL
- De tegenwoordige tijd van de werkwoorden ser en tener, página 26 (TB) + aantekeningen
- De maanden, página 29 (TB) + aantekeningen
- De getallen tot en met 31, páginas 15 + 29 (TB) + aantekeningen
- Regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd (el presente), página 40 (TB) + aantekeningen
- Onregelmatige werkwoorden: poner en hacer, página 59 (TB) + aantekeningen
- De dagen van de week, página 72 (TB) + aantekeningen
- De tijd, página 72 (TB) + aantekeningen
- Klinkerwisselingen: e>ie, o>ue, u>ue, página 73 + aantekeningen
- De tegenwoordige tijd van het werkwoord ir, página 73 (TB) + aantekeningen
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Clase 4.12
Aprender (leren):
- vocabulario: woordenlijst leestoets El Silbón SP-NL
- De tegenwoordige tijd van de werkwoorden ser en tener, página 26 (TB) + aantekeningen
- De maanden, página 29 (TB) + aantekeningen
- De getallen tot en met 31, páginas 15 + 29 (TB) + aantekeningen
- Regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd (el presente), página 40 (TB) + aantekeningen
- Onregelmatige werkwoorden: poner en hacer, página 59 (TB) + aantekeningen
- De dagen van de week, página 72 (TB) + aantekeningen
- De tijd, página 72 (TB) + aantekeningen
- Klinkerwisselingen: e>ie, o>ue, u>ue, página 73 + aantekeningen
- De tegenwoordige tijd van het werkwoord ir, página 73 (TB) + aantekeningen

Slide 1 - Diapositive

Planificación: Hoy es ...
1. Reflexión
10 min
2. ¡En marcha!
40 min
3. Blooket: el presente
min
4. La próxima clase
5 min
Después de esta clase...
... heb je gereflecteerd op je kennis van tema 4.
... heb je geleerd voor de aankomende toetsen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

woordenlijst El Silbón SP-NL
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Sondage

vervoegingen van ser
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Sondage

vervoegingen van tener
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Sondage

vervoegingen van poner
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Sondage

vervoegingen van hacer
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Sondage

vervoegingen van ir
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Sondage

de maanden
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Sondage

getallen tot en met 31
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage

de dagen
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Sondage

de tijd
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd (-AR, -ER, -IR)
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

werkwoorden met klinkerwisseling
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

¡En marcha!
  1. Jullie gaan in stilte aan het werk.
  2. Ga naar de klas in LessonUp en open Clase 4.12
  3. 20 minuten om de verschillende opdrachten te maken.
  4. Heb je een vraag? Steek je hand op en ga door met volgende opdracht.
  5. Ben je klaar? Aprender para la prueba.
timer
25:00

Slide 16 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoorden / Pronombres personales
ik
jij
hij
zij (enkelvoud)
u (enkelvoud)
wij
jullie
zij (meervoud)
(meervoud)
nosotros/-as
ellos
yo
usted
vosotros/-as
ellas
ella
ustedes
él

Slide 17 - Question de remorquage

-AR
-ER
-IR
yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
Sleep de uitgangen naar de juiste plaats in de tabel.
-o
-o
-o
-amos
-emos
-imos
-a
-e
-e
-es
-es
-as
-áis
-éis
-ís
-an
-en
-en

Slide 18 - Question de remorquage

Vervoeg het werkwoord
"tener"

Slide 19 - Question ouverte

Vervoeg het werkwoord
"ser"

Slide 20 - Question ouverte

Vervoeg het werkwoord
"hacer"

Slide 21 - Question ouverte

Vervoeg het werkwoord
"poner"

Slide 22 - Question ouverte

Vervoeg het werkwoord
"ir"

Slide 23 - Question ouverte

Practicamos
  1. Antes de dormir, su madre le ______ (contar) un cuento.
  2. Yo ______ (preferir) salir a correr temprano por las mañanas.
  3. Mario no ______ (entender) este ejercicio de matemáticas.
  4. Ellos ______ (calentar) siempre antes de salir al campo.
  5. No ______ (cerrar, ellos) la puerta nunca y el gato se sale.
  6. Vosotros ______ (soñar) mucho con el futuro.

Slide 24 - Diapositive

Practicamos
  1. Antes de dormir, su madre le cuenta un cuento.
  2. Yo prefiero salir a correr temprano por las mañanas.
  3. Mario no entiende este ejercicio de matemáticas.
  4. Ellos calientan siempre antes de salir al campo.
  5. No cierran la puerta nunca y el gato se sale.
  6. Vosotros soñáis mucho con el futuro.

Slide 25 - Diapositive

marzo
julio
mayo
enero
abril
febrero
junio
noviembre
agosto
octubre
diciembre
septiembre

Slide 26 - Question de remorquage

Op welke dag vallen deze feesten? Schrijf de data op in het Spaans.
a. Sinterklaas
b. Nieuwjaarsdag
c. Koningsdag
d. Moederdag (11 mei)

Slide 27 - Question ouverte

marzo
octubre
mayo
agosto
enero
julio
abril
diciembre
septiembre
febrero
noviembre
junio

Slide 28 - Question de remorquage

Zet de letters van de dagen in de goede volgorde.
1. ramste
2. vuesej
3. neslu
4. mondigo
5. locimérse
6. ásbsoda

Slide 29 - Question ouverte

ayer
hoy
mañana
martes
miércoles
jueves
domingo
viernes
sábado
lunes
viernes
martes
martes
lunes
miércoles
miércoles
jueves
domingo

Slide 30 - Question de remorquage

Slide 31 - Lien

La próxima clase
Vamos a...
... hacer la prueba sobre "El Silbón" y el vocabulario.

Deberes:
- aprender para las pruebas

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Hasta la próxima clase
  • Stoel netjes aanschuiven.
  • Papieren van de grond / tafels. 

Slide 34 - Diapositive