Thema 6: Is het Persoonlijk voornaamwoord: goed of fout/Vebeterd!

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 6-8

Thema 6 les 9

Persoonlijk Voornaamwoord: 

goed  of fout

persoonlijk voornaamwoord:
Vanmiddag gaan we zwemmen in het meer.

1. gaan
2. zwemmen
3. we
4. in

persoonlijk voornaamwoord:
Soms heeft hij geen zin om huiswerk te maken.

1. hij
2. soms
3. maken
4. huiswerk

Persoonlijk voornaamwoord:
Weten jullie hoe onze unit heet?

1. hoe
2. onze
3. jullie
4. heet

Persoonlijk voornaamwoord:
Hij vertelde een leuke grap.

1. hij
2. leuke
3. een
4. grap

Persoonlijk voornaamwoord:
Weet u waar ik de ingang van de school kan vinden?

1. u
2. ik
3. van
4. u, ik

Persoonlijk voornaamwoord:
Willen jullie hem naar huis brengen?

1. willen
2. jullie, hem
3. jullie
4. naar

Persoonlijk voornaamwoord:
Ik weet niet hoe dit gebeurd is.

1. ik
2. niet
3. hoe
4. is

persoonlijk voornaamwoord:
Ik zie ze nu rennen door het bos.

1. ik
2. ik ,ze
3. rennen
4. ze

doel:

Ik leer wat bezittelijke voornaamwoorden zijn.

Welke zijn de bezittelijk voornaamwoorden?

1. mijn
2. jou
3. mij
4. U

Kies het bezittelijk voornaamwoord:

1. de
2. onze

MIJN, ZIJN, ONZE; zijn bezittelijke voornaamwoorden

1. Waar
2. Niet waar

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Waarom heb jij mijn jas aan?

1. heb
2. mijn
3. jij
4. aan

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Ik koop die auto voor hem.

1. ik
2. die
3. hem
4. zit er niet in

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
We moeten nog ons huiswerk inleveren.

1. ons
2. huiswerk
3. we
4. inleveren

JOUW is een bezittelijk voornaamwoord

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

1. jij
2. mijn
3. u
4. jou

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Daar loopt onze kat.

1. daar
2. loopt
3. onze
4. kat

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

1. zijn
2. wie
3. welke
4. het

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Zijn kast hangt vol vreemde kostuums.

1. vreemde
2. vol
3. Zijn
4. kostuums

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in de zin:
'Is dat jouw jas?'

1. jas
2. jouw
3. is
4. dat

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Haar familie woont in het buitenland.

1. haar
2. familie
3. woont
4. in het buitenland

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

IK, JIJ, HEM, ONS, ZIJ; zijn bezittelijke voornaamwoorden

1. Waar
2. Niet waar

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
We vieren altijd feest in ons gezin.

1. we
2. ons
3. vieren
4. altijd

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

1. Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
2. Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
3. Plakt twee zinnen aan elkaar
4. Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
In ons huis is het altijd gezellig.

1. het
2. ons
3. huis
4. altijd

Is 'ons' persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord:
Zij kijkt ons indringend aan.

1. pers.vnw
2. bez.vnw
3. geen van beide
4. allebei

Is 'ons' persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord:
Ons idee is om een taart te bakken.

1. pers.vnw
2. bez.vnw
3. geen van beide
4. allebei

Maak nu de oefebladen van les 9, ga naar de volgende slide en klik erop. 

Tip: De oefenbladen krijg je ook in je Google Classroom bij deze leslink! Als je wil kopiëren!

publuu.com