17/3 Vervoer A1

woorden van donderdag
  • rechtop
  • gefeliciteerd-> feest
  • gecondoleerd->begrafenis
  • toonbank
  • kozijnen



1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

woorden van donderdag
  • rechtop
  • gefeliciteerd-> feest
  • gecondoleerd->begrafenis
  • toonbank
  • kozijnen



Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

soorten vervoer

Slide 9 - Diapositive

bus

Slide 10 - Diapositive

vliegtuig

Slide 11 - Diapositive

boot

Slide 12 - Diapositive

tram

Slide 13 - Diapositive

taxi

Slide 14 - Diapositive

werkwoord reizen
ik reis
jij reist/reis jij?
hij reist, zij reist
wij reizen/jullie reizen/zij reizen.

Maak zelf zinnen: Gebruik de woorden trein, bus, boot, vliegtuig, taxi.
Voorbeeld: Zij reist met de bus naar de stad.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo