5.4 rekenvaardigheden

Laatste 4 lessen
Les 1: Rekenvaardigheden 5.3 & boekje RV H1
Les 2: Rekenvaardigheden 5.4 & boekje RV H2 en H3
Les 3: RV boekje H4
Les 4: RV boekje H5
RV = rekenvaardigheden
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Laatste 4 lessen
Les 1: Rekenvaardigheden 5.3 & boekje RV H1
Les 2: Rekenvaardigheden 5.4 & boekje RV H2 en H3
Les 3: RV boekje H4
Les 4: RV boekje H5
RV = rekenvaardigheden

Slide 1 - Diapositive

Agenda
Huiswerk bespreken
Nieuwe uitleg
Opgaven maken:
Blz 169: 9, 10 en 11
RV boekje: H1 t/m H3. 

Slide 2 - Diapositive

Opdrachten open op tafel
Blz. 168 & 169

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive


Prijs exclusief btw = prijs inclusief btw : 1,21

Slide 6 - Diapositive

Prijs exclusief btw = prijs inclusief btw : 1,09

Slide 7 - Diapositive

Aan het einde van deze les
1) Weet je wat inkoopwaarde is
2) Weet je wat de brutowinst is en hoe je deze berekent
3) Kan je voorbeelden geven van bedrijfskosten
4) Weet je wat de nettowinst is en kan je deze berekenen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat hebben we nodig om pizza's te maken?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Verkoopprijs - inkoopprijs = ...

Slide 13 - Diapositive

Inkoopwaarde
''Het totale bedrag dat een winkelier betaalt voor de inkoop van producten''

Slide 14 - Diapositive

Om een pizza te maken moet het bedrijf pizzeria €2,10 betalen. Het bedrijf maakt vandaag 50 pizza's. Hoeveel is de inkoopwaarde?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Brutowinst
''Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde''

Slide 19 - Diapositive

Brutowinst
Omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Bedrijfskosten
''De kosten om een winkel te laten functioneren''

Slide 22 - Diapositive

Nettowinst
''De winst die uiteindelijk overblijft nadat alle kosten betaald zijn''

Slide 23 - Diapositive

Met de verkoop van computergames heb je een omzet van €5.320 behaald. De inkoopwaarde was €2.590. Bereken de brutowinst.

Slide 24 - Question ouverte

In een maand is de omzet €4.000,- de inkoopwaarde is €2.000,- de bedrijfskosten zijn samen €1.000,- Wat is de brutowinst?

Slide 25 - Question ouverte

In een maand is de omzet €5.000,- de inkoopwaarde is €2.500,- de bedrijfskosten zijn samen €1.000,- Wat is de nettowinst?

Slide 26 - Question ouverte

Aan het einde van deze les
1) Weet je wat inkoopwaarde is
2) Weet je wat de brutowinst is en hoe je deze berekent
3) Kan je voorbeelden geven van bedrijfskosten
4) Weet je wat de nettowinst is en kan je deze berekenen

Slide 27 - Diapositive

Maak opdracht 9, 10, 11 (blz. 169)
Tijd: 5 minuten
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/buurvrouw toegestaan.
Lukt fluisteren niet? Dan in stilte.
Klaar: Maak t/m H3 van rekenvaardigheden boekje
timer
6:00

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Maak hoofdstuk 2 en 3 in het rekenvaardigheden boekje
Tijd: tot het einde van de les
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/buurvrouw toegestaan.
Klaar: Werk vooruit.

Slide 32 - Diapositive