Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
In het begin
3. Het begin van de zonde
Slide 1 - Diapositive
Doelen
1. Je kunt uitleggen wat de 3 betekenissen van het woord ‘zonde’ zijn;
2. Je kunt het verhaal van de zondeval in eigen woorden vertellen;
3. Je kunt drie gevolgen noemen van de zondeval;
Slide 2 - Diapositive
Startopdracht: Wat is het doel van jouw leven?
Slide 3 - Question ouverte
Wat doet zonde met het doel van jouw leven?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Vidéo
00:53
dag 1
dag 2
dag 3
dag 4
dag 5
dag 6
dag 7
Slide 6 - Question de remorquage
02:49
Hoe noem je met 1 woord, wat de mensen hier doen?
Slide 7 - Question ouverte
03:16
Het erge van de zonde is;
A
Dat de mens gaat sterven
B
Zij de relatie met elkaar verbreken
C
Zij de relatie met God verbreken
D
Alledrie bovenstaande
Slide 8 - Quiz
04:20
Waarom is de straf voor de slang, een belofte voor ons mensen?
A
Onze hiel zal vermorzelt worden
B
Omdat alleen de slang gestraf wordt en wij niet
C
Iemand uit de mensen zal hem doden en zo de mensen redden
D
Omdat nu voor de mensen alles zwaar en pijnlijk wordt
Slide 9 - Quiz
07:01
Hoe heette de stad, waar Gods straf werd dat hij de mensen allemaal een andere taal gaf en ze verspreidde?
A
Babel
B
Noach
C
Lamech
D
Kain
Slide 10 - Quiz
07:01
Wie werd als enige gered van de zondvloed, maar zondigde daarna ook door dronken te worden?
A
Babel
B
Noach
C
Lamech
D
Kain
Slide 11 - Quiz
07:01
Wie zondigde nog erger dan Kain, door meer vrouwen als eigendom te nemen?
A
Babel
B
Noach
C
Lamech
D
Kain
Slide 12 - Quiz
07:01
Wie was in de Bijbel de eerste moordenaar?
A
Babel
B
Noach
C
Lamech
D
Kain
Slide 13 - Quiz
Aan de slag!
Pak een Bijbel uit de kast. Of de Bijbel online.
Lees steeds eerst de opdracht en dan de paragraaf!
Maak opdracht 3.1 t/m 3.5
Slide 14 - Diapositive
Nakijken opdracht 3.1 en 3.2
opdracht 3.1
a) De levensboom = eten geeft eeuwig leven
De boom van kennis van goed en kwaad. = eten geeft de dood.
b) Je mag van alle bomen eten, behalve van de boom van kennis van goed en kwaad. Doe je dit wel, dan zul je sterven. Want dan ben je ongehoorzaam aan God.
opdracht 3.2
a) Dat God de mensen niets/weinig gunt.
b) Dat als ze van de boom van kennis eten, zij als God zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.
c) Ze hadden ook niet naar de satan kunnen luisteren, maar ze kiezen er zelf voor om dit wel te doen.
Slide 15 - Diapositive
3.4
a) De slang zal voortaan op zijn buik kruipen en alleen zijn. Er komt oorlog tussen de vrouw en de slang en de kinderen van de vrouw (jezus) zal de zal slang doden.
b) pijnlijke zwangerschappen. De vrouw zal naar haar man verlangen en hij zal de baas over haar spelen.
c) De man zal hard moeten werken en hij zal sterven.
3.3
- Doel missen (dus relatie met God, de ander of jezelf verbreken)
- Opstand of rebellie (God niet eren)
- Ongerechtigheid (verkeerde/slechte dingen doen)
3.5
a) Eigen antwoord.
b) Wat de mens doet blijft hetzelfde (werk en zwanger worden was er al), maar het verandert vanaf de zonde zal het met pijn en moeite zijn. Er komt de dood in het leven
Slide 16 - Diapositive
Wat is de zondeval?
- In de video wordt de zondeval vergeleken met vreemdgaan. Wat vind je van deze vergelijking?
- Jurjen spreekt over een onderbuik gevoel, een soort heimwee. Herken je dat gevoel, dat we gemaakt zijn voor iets mooiers? Op wat voor momenten is dat?
- Jurjen zegt: Dichtbij God kan ik mezelf zijn. Dichtbij God kloppen mijn relaties weer, dichtbij God kan ik écht zijn. Hoe kan jij dichtbij God zijn?
Slide 17 - Diapositive
Slotopdracht: Nagesprek wat is erg aan ontrouw
-denken, delen, uitwisselen-
Slide 18 - Diapositive
In het begin
3e. Erfzonde
Slide 19 - Diapositive
Doelen
4. Je kunt uitleggen wat erfzonde is;
Slide 20 - Diapositive
Startopdracht 1:
Schrijf 5 dingen op die jij hebt geërfd van je ouders.
Startopdracht 2:
Heb je ook een ziekte geërfd van je ouders?
Schrijf deze ook op.
Slide 21 - Diapositive
Wat is erfzonde?
we lezen 3E blz 19
Je erft de zonde, als een soort virus in je genen. Je krijgt het mee bij je ontstaan in de buik en hebt het al, als je geboren bent.
Maak opdracht 3.6
opdracht 3.6
Psalm 51:7 zegt: ik was al schuldig toen ik werd geboren, al zondig toen mijn moeder mij ontving.
Dus je erft zonde doen van je ouders, zoals een genetische ziekte doorgegeven wordt.