4.1 Een stroomkring maken






Hoofdstuk 4                               Elektriciteit 
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon






Hoofdstuk 4                               Elektriciteit 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Hoofdstuk 4 Elektriciteit

4.1     Een stroomkring maken

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen:
1.    Je kunt uitleggen hoe je een  gesloten stroomkring maakt
2.   Je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring
       benoemen
3.   Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren 
       benoemen en kunt er een aantal benoemen
4.   Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet

Slide 5 - Diapositive

Stelling 4: Een isolator laat elektrische stroom er makkelijk doorheen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Welk van onderstaande stof is een isolator?
A
zilver
B
papier
C
goud
D
koolstof

Slide 7 - Quiz

Koper is een isolator
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Geleider of Isolator?
Elektrische stroom bestaat uit lading die zich verplaatst.


Een geleider geeft de elektrische stroom goed door. 

Een isolator geeft de elektrische stroom niet goed door. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Een voorbeeld van een geleider is
A
Kopje
B
Metalen lepel
C
Bord
D
Glas

Slide 11 - Quiz

Welk van onderstaande stof is een geleider?
A
rubber
B
hout
C
lood
D
wol

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Stroomkring moet gesloten zijn om stroom te laten lopen

Slide 14 - Diapositive

Regels schakeling tekenen 
Werk altijd met potlood en liniaal
Teken de symbolen juist
Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal
Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn


Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden
Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities

Slide 15 - Diapositive


Onderdelen Stroomkring
1. Elektriciteit: Alle stoffen bestaan uit elektrische deeltjes.
               Als deze gaan stromen dan hebben we elektriciteit.

2. Spanningsbron: Brengt elektrische deeltjes in beweging en 
                    geeft ze energie mee. Bijv. Batterij, accu of zonnecel.

3. Geleiders: Een stof waar makkelijk elektrische stroom door                                heen gaat. Bijv. metalen en water.

4. Isolator: Een stof waar moeilijk elektrische stroom door                                    heen gaat. Bijv. plastic, glas of hout.

5. Verbruiker: Dat gebruikt de elektrische energie.
                              Bijv. Lampje zet elektrische energie om in
                              warmte en licht.

Slide 16 - Diapositive

Een spanningsbron geeft elektrische deeltjes energie en zet ze in beweging.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Goedemorgen
Wat weet je nog van vorige les?


Slide 18 - Diapositive

Regels schakeling tekenen 
Werk altijd met potlood en liniaal
Teken de symbolen juist
Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal
Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn


Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden
Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Wordt de stroom doorgelaten?

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag!
W: We gaan practica 1 en practica 2 doen vandaag.
H: Je doet dit in tweetallen 
T: Je krijgt 20 minuten per practica 
Klaar? Begin vast met 4.2

Slide 23 - Diapositive

Wordt de stroom doorgelaten?
leg uit!

Slide 24 - Question ouverte

serie-schakelingof paralel-schakeling?

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

serie-schakeling of paralel-schakeling?
A
serie-schakeling
B
paralel-schakeling?

Slide 27 - Quiz

serie-schakeling of paralel-schakeling?
A
serie-schakeling
B
paralel-schakeling?

Slide 28 - Quiz

a. Is deze schakeling serie of paralel?
b. Branden de lampjes

Slide 29 - Question ouverte

Opdracht: Teken deze schakeling

Slide 30 - Diapositive

Waar of Niet waar?

Slide 31 - Diapositive

De symbolen in schakelschema's zijn overal ter wereld hetzelfde?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Een accu is een spanningsbron en heeft een plus- en een minpool
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Een isolator houdt de stroom tegen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

De stroom in een stroomkring loopt altijd van:
A
- naar +
B
x naar y
C
y naar x
D
+ naar -

Slide 35 - Quiz

Vul het ontbrekende woord in:
Met een ........... kan een stroomkring op een nette manier onderbroken worden
A
lampje
B
batterij
C
snoer
D
schakelaar

Slide 36 - Quiz

Om schakelingen te verduidelijken worden er overzichtelijke tekeningen gemaakt. Hoe noem je zo'n overzichtelijke tekening?
A
serieschema
B
parallelschema
C
schakelschema
D
plattegrond

Slide 37 - Quiz

Welke lampjes branden het felste?
A
serie-schakeling
B
parralel-schakeling

Slide 38 - Quiz

De gemengde schakeling
Lamp 1 brandt het felst.
Draai je 1 los, dan valt alles uit.
Draai je 2 of 3 uit, dan valt alleen deze lamp uit.

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive


Welk lampje valt uit als je:
a 2 losdraait ?6 Welk lampje valt uit als je:
a 2 losdraait ?
b 4 losdraait ?
T6 Welk lampje valt uit als je:
a 2 losdraait ?
b 4 losdraait ?
c 1 losdraait ?ekst
A

Slide 41 - Quiz

5 Leg uit welke lamp (en) branden als je:
a Alleen a sluit
b Alleen b sluit

Slide 42 - Diapositive

7 Bepaal de stroomsterkte op plek A.

Slide 43 - Diapositive