B&F, Spelling, blok 5 week 1 les 1

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

Spelling

Blok 5 week 1 les 1
Doel: verkleinwoord met aatje, ootje, uutje en nkje

Bedenkt taxi woorden

Welke twee categorieën?
verloor

1. achtervoegsel
2. voorvoegsel
3. oor-woord
4. hakwoord

Welke twee categorieën?
duidelijk

1. klankgroepenwoord
2. hakwoord
3. achtervoegsel
4. langermaakwoord

We oefenen met het klankgroepenwoord

1. het café

2. het comité 

Welke tijd?

ik vermeed

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Welke tijd?

ik heb vermeden

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Welke tijd?

de man biedt

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Welke tijd?

de man bood

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Welke tijd?

zij heeft genomen

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Instructie

Regel: Verkleinwoord met -aatje, -ootje, -uutje, -nkje

-het omaatje
-het autootje
-het menuutje
-het kettinkje

Oefendictee

Stappenplan
1.  Luister naar het woord
2. Zeg het hardop na
3. Denk na, welke categorieën zitten erin?
4. Typ het woord in
5. Controleer het woord
--> ga daarna verder, door op het pijltje te klikken

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Wat is de persoonsvorm?

1. de kampioen
2. sprong
3. startblok
4. drie

Wat een zelfstandig naamwoord?

1. met
2. sprong
3. startblok
4. drie

Wat is het onderwerp?

1. de kampioen
2. sprong
3. startblok
4. drie

Goed gewerkt!