herh 3.1 + 3.2 Voedselbederf + onderzoek doen

H5 & 6 Voeding, vertering en energie



Deze les:
  • Herhaling §5.3 Voedsel door micro-organismen
  • Herhaling §3.1 + 3.2 Voedselbederf
  • Heel veel oefenen met onderzoek doen
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

H5 & 6 Voeding, vertering en energie



Deze les:
  • Herhaling §5.3 Voedsel door micro-organismen
  • Herhaling §3.1 + 3.2 Voedselbederf
  • Heel veel oefenen met onderzoek doen

Slide 1 - Diapositive

Melkzuurgisting is een anaeroob proces
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Door de omzetting in melkzuur door melkzuurbacteriën wordt melk of zuurkool langer houdbaar, hoe komt dat?
A
Alle zuurstof wordt opgebruikt bij de dissimilatie
B
Er is hierdoor geen water meer aanwezig
C
De pH gaat hierdoor omhoog
D
De pH gaat hierdoor omlaag

Slide 3 - Quiz

Brood rijst door de ontstane alcohol
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Van melk wordt yoghurt gemaakt. Neemt de hoeveelheid energierijke stoffen toe of af? en waarom?
A
Toe, omdat de bacteriën glucose omzetten in melkzuur
B
Af, omdat de bacteriën glucose stoffen omzetten in melkzuur
C
Toe, omdat bacteriën glucose omzetten in alcohol
D
Af, omdat bacteriën glucose omzetten in alcohol

Slide 5 - Quiz


Slide 6 - Question ouverte

Noem drie factoren die de snelheid van de gisting van het mais beinvloeden (2p)

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Melkzuurgisting
Melkzuurbacteriën gebruikt voor maken van yoghurt

Anaerobe dissimilatie
C6H12O6 -> 2 C3H6O3 + 2ATP 

Door melkzuur wordt de pH lager, ziekteverwekkers kunnen er niet leven (yoghurt, zuurkool)

Slide 9 - Diapositive

Alcoholische gisting
Anaerobe dissimilatie:
C6H12O6 -> 2 C2H6O + 2 CO2 + 2 ATP

C2H6O: Ethanol (alcohol)

CO2 wordt voor het afsluiten van de fles verwijderd bij niet-mousserende wijnen

Slide 10 - Diapositive

§3.1 + 3.2 Leerdoelen
  1. Je legt uit hoe voedselinfectie en voedselvergiftiging ontstaan 
  2. Je legt uit hoe je voedselinfectie door micro-organismen en virussen kunt tegen gaan
  3. Je legt de werking uit van verschillende technieken om voedsel te conserveren
Check Classroom voor een tabel met leerdoelen, begrippen en binastabellen!

Slide 11 - Diapositive

Voedselbederf door micro-organismen


Alle organismen die je niet met het blote oog kunt zien...

En daar zijn er ontzettend veel van!

Slide 12 - Diapositive

Bacteriën
Vermeerderen zich
door ongeslachtelijke 
voortplanting (mitose) 
bij gunstige omstandigheden.
Alle bacteriën in een kolonie zijn genetisch identiek aan elkaar, ze zijn elkaars klonen.

Slide 13 - Diapositive

Hoe komt bacterie aan energie om te delen?
A
aerobe dissimilatie
B
anaerobe dissimilatie

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Bacteriën
Onder ongunstige
omstandigheden vor-
men ze sporen.
In een spore staan de levensprocessen stil. De spore vormt weer een levende bacterie als de omstandigheden weer goed zijn.

Slide 16 - Diapositive

Wat zijn ongunstige omstandigheden voor bacteriën? Noem er minstens 2!

Slide 17 - Question ouverte

Schimmels
Vormen lange draden
van 1 cellaag dik.
Die schimmeldraden heten
mycelium.
Schimmels kunnen zich ongeslachtelijk en geslachtelijk voortplanten.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Virussen
Erfelijk materiaal (RNA
 of DNA) in een
eiwitmantel.
Ze vermeerderen met behulp van een gastheercel.

Leven ze?

Slide 20 - Diapositive

Voedselinfectie voorkomen
Je voedsel kan bederven doordat het geïnfecteerd wordt door micro-organismen: schimmels of bacteriën.

Hygiënisch werken: 
  • handen wassen
  • kruisbesmetting voorkomen (scheiden)
  • Conserveren van voedsel => §3.2

Slide 21 - Diapositive

Opdracht
Bestudeer 3.2 en noem een aantal manieren van conserveren.
Controleer daarna je antwoord met de volgende dia's

Slide 22 - Diapositive

Vacuum verpakken

Slide 23 - Diapositive

Vriesdrogen

Slide 24 - Diapositive

Suiker of zout toevoegen

Slide 25 - Diapositive

Conserveermiddelen

Slide 26 - Diapositive

Temperatuurbehandeling

Slide 27 - Diapositive

Doorstralen

Slide 28 - Diapositive

Waarom kan je vlees dat je hebt gebakken, niet snijden op de snijplank waarop je het rauwe vlees hebt klaargemaakt?

Slide 29 - Question ouverte

Conserveren met zout of suiker
Wat gebeurt er met de osmotische waarde van een bacterie?
Leg uit.

Slide 30 - Diapositive

Verschillende bacteriën kunnen voedselvergiftiging veroorzaken. Welke van de onderstaande bacteriën zijn veelvoorkomende veroorzakers van voedselvergiftiging?
A
E. Coli
B
M. vanniellii
C
E. faecalis
D
T. pallidum

Slide 31 - Quiz

Verschillende voedingsmiddelen bestaan uit verschillende typen voedselconservering. Verbind de voedingsmiddelen met het juiste type voedselconservering. 
Jam
Melk
Koffie
Peterselie
Suiker toevoegen
Verhitten
Vriesdrogen
Vacuum

Slide 32 - Question de remorquage

Onderzoek doen 'op papier'
Maak nu opdracht 29 (2013-1) en 9 (2008-1) via biologiepagina

Een aantal aandachtspunten: 
  • Slechts 1 factor/variabele mag verschillen per proef -> je maakt groepen (hoe groot?) waar die factor/variabele verschilt
  • Controle experiment om te laten zien dat andere factoren geen invloed hebben -> alle andere omstandigheden moeten gelijk zijn
  • Noteer altijd wat je wanneer gaat meten!

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien