vruchten, bomen en planten: de appel, de eik, de varen, de fuchsia
rivieren en bergen: de Waal, de Schelde, de Mount Everest
cijfers en letters: de vier, de x, de tussen-n
de meeste woorden die personen aanduiden: de ober, de boer, de buurvrouw
Verder zijn woorden met de volgende uitgangen meestal de-woorden:
-heid, -nis: de waarheid, de kennis
-de, -te: de liefde, de diepte,
-ij, -erij, -arij, -enij, -ernij: de voogdij, de bakkerij, de rijmelarij, de woestenij, de razernij,
-ing, -st (achter een werkwoordstam): de wandeling, de verblijfsvergunning, de winst, de dienst
-ie, -tie, -sie, -logie, -sofie, -agogie: de familie, de politie, de visie, de biologie, de filosofie,
de demagogie
-iek, -ica: muziek, logica,
-theek, -teit, -iteit: de bibliotheek, de puberteit, de stabiliteit
-tuur, -suur: de natuur, de censuur,
maar: het avontuur, het barbituur, het fournituur, het postuur en de óf het montuur
-ade, -ide, -ode, -ude: de tirade, de planetoïde, de periode, de attitude,
maar: niet-telbare stofnamen op -ide zijn onzijdig (bijvoorbeeld het chloride)
-ine, -se, -age: de discipline, de analyse, de bagage,
maar: het percentage, het promillage en de óf het bosschage, corsage, personage, vitrage
-sis, -tis, -xis: de crisis, de bronchitis, de syntaxis,
maar: het chassis
La durée de la leçon est: 240 min
