Grammatica J Lijdend en meewerkend voorwerp 6/5/'25

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom A1C

Doel

- Je leert hoe je het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp in een zin beredeneert.

Schrijfkwartier

Bedenk iets wat je hebt gedaan in de afgelopen vakantie. Geef er daarna een vreemde, absurde, grappige, spannende, verdrietige of horrorachtige wending aan. Schrijf minimaal vijftien zinnen.

Let op hoofdletters, leestekens en je spelling!

Nakijken schrijfopdracht 

Wissel je schrijfopdracht uit met een buurmens 

(het mag ook in een drietal doorgeschoven worden).

1. Zijn alle zinnen met een hoofdletter en een punt geschreven?

2. Zijn er op de pauzes in de zinnen komma's geplaatst?

3. Zijn namen met een hoofdletter geschreven?

4. Hoe fijn is het om de tekst van je klasgenoot te lezen. Geef een cijfer van 1 t/m 10.

Oefenen met je buurmens

- De wespen in Nederland lijken steeds agressiever te worden.

- Het Louvre in Parijs heeft het bezoekersaantal beperkt.

Vragen en nakijken

Kijk opd. 5, 6, 7 op blz. 104/105 na (blz.99-100). 

Aan de slag

- Kijk opd. 5, 6, 7 op blz. 104/105 na (blz.99-100). 

- Maak de helft (a t/m g) van opd. 8 op blz. 104/105

Klaar?

- Kijk de zinnen van opd. 8 na en als je veel fouten hebt gemaakt, maak je nog minimaal 3 zinnen. Vraag me om hulp als je het nog niet (helemaal) begrijpt!

Klaar?

Maak opd. 1,2,3,4,5 op blz. 54.

Klaar?

Ga extra oefenen op LessonUp met een onderdeel waar je nog nog moeite mee hebt.

Leesboek

- C of Young Adults van een Nederlandse schrijver

 

Lezen

Blz. 90/105

Huiswerk

Maak opd. 5, 6, 7 en de helft (a t/m g) van opd. 8 op blz. 104/105 en lees in je leesboek.