Herkomst van producten les 6

• Economie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2-4

Herkomst van producten

Les 6

Hoe is het?

Waarom doen we dit onderdeel?

Wat zijn de zaken waar we op moeten letten?

Programma

Woord van de week

Terugblik eerdere lessen

Theorie bedrijfskolom

Beoordelen inzet & gedrag

Woorden van de week

Distributie 

Label

Perforator

Toonbank

Consument

Grondstof

Woord van de week

Distributie

Distributie

Distributie is het verdelen en vervoeren van spullen. Bij grotere winkelketens worden de spullen soms gedistribueerd vanuit een distributiecentrum. In het distributiecentrum, wat vaak een grote hal is waar vrachtwagens en busjes makkelijk bevoorraad kunnen worden, komen veel spullen binnen. De grote hoeveelheid spullen wordt in het distributiecentrum door medewerkers met distributiemiddelen, zoals rolcontainers en palletwagens verdeeld. Distributiemedewerkers verzamelen spullen voor een bestelling en zorgen dat deze klaar staat voor verdere distributie.

De distributie gaat vaak met vrachtwagens en busjes. De vrachtwagen haalt spullen op bij het distributiecentrum en brengt spullen naar de winkel. Bij een supermarkt is er elke dag distributie is elke dag. Zonder distributie zijn er geen spullen in de winkel.

Distributie opdracht

Iedereen gaat een pakket inpakken en adresseren

Inpakken met cadeaupapier

Adres etiket maken

We gaan elkaar beoordelen op netheid 

Het Hooghuis

Locatie De Singel

Eutherpenhof 28

3198 TT OSS

Vorige lessen

Kennis gemaakt, competenties behandeld, kaft gemaakt, theorie behandeld, kassa en winkelopdracht gedaan. Kassa op gemaakt, woord van de week en de inzet en gedrag beoordeelt.

Import, export, grondstof, soorten grondstoffen, oer producent, productieproces, producent en importeur. 

Theorie

Bedrijfskolom

Blz. 257 -262. We lezen de tekst gezamenlijk.

Jullie maken na het lezen de opdracht en die

kijken we dan gezamenlijk na. Doe aandachtig

mee en verstoor de les niet.

In groepjes van twee gaan jullie serieus aan de opdracht werken. Ieder tweetal krijgt een boodschappenlijstje. Één van de twee is Caissière en de andere is klant. De klant zoekt de producten op het boodschappenlijstje (dus niet meer) en gaat afrekenen. De Caissière begroet en helpt de klant zoals het hoort. Zijn jullie klaar, dan wisselen jullie van rol.   

Kassa en winkelopdracht

Herkomst van producten 3

Woordzoeker