Venir

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Verbe venir (komen)

Présent & passé composé

Schrijf alle vormen van "venir" op in de présent (vormen: je, tu, il/elle/on, nous, vous, ils/elles

Kies de juiste vorm van 'venir' in
Ils ...... tout de suite. (présent)

1. viennent
2. viens
3. vent
4. venons

Kies de juiste vorm van 'venir' in.
Nous ..... manger chez vous. (présent)

1. venez
2. viens
3. venons
4. vient

Kies de juiste vorm van 'venir' in.
Elle ..... en retard! (présent)

1. vient
2. venez
3. viens
4. venons

Vertaal in het Frans:
jij komt

Vertaal in het Frans:
jullie komen

Vertaal in het Frans:
ik kom

Met welk hulpwerkwoord wordt "venir" in de passé composé vervoegd?

Welke letters komen achter het voltooid deelwoord "venu" bij
vrouwelijk enkelvoud; mannelijk meervoud en vrouwelijk meervoud?
Schrijf alle 3 de vormen op

Wat is het voltooid deelwoord van "venir"?

Kies de juiste vorm van 'venir' in de passé composé
Elle ...... toute seule.

1. es venue
2. a venu
3. est venue
4. sont venue

Kies de juiste vorm van 'venir' in de passé composé
Nous ..... en voiture

1. sommes venus
2. sont venu(e)s
3. sommes venu(e)s
4. ont venus

Kies de juiste vorm van 'venir' in de passé composé
Tu ..... à la fête du collège?

1. as venu(e)
2. es venu(e)
3. suis venu
4. est venu(e)

Vul de juiste vorm van 'venir' in passé composé. Ils ..... en Espagne.

Vul de juiste vorm van 'venir' in de passé composé. Je ..... tout seul(e).

Vertaal in het Frans:
zij is gekomen

Vertaal in het Frans:
zij zijn gekomen (mnl. mv.)

Je connais le verbe "venir"