Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
M4 H8 Geen welvaart
M4 H8
oefening in begrippen
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
M4 H8
oefening in begrippen
Slide 1 - Diapositive
1. Elk kind heeft recht op de best mogelijke gezondheid en het recht op gezondheidszorg.
Wat zijn de grootste gevaren in arme landen als dit er niet was?
A
Kinder- en babysterfte
B
Griep
C
Meisjesbesnijdenis
D
Pokken, Mazelen, Bof
Slide 2 - Quiz
2. Welke doelen heeft de VN ?
A
overal een goede infrastructuur
B
onderwijs voor iedereen en geen babysterfte
C
geen grondexploitatie door multinationals
D
voor ieder land een buffervoorraad
Slide 3 - Quiz
3. Een oorzaak van onderontwikkeling is..
A
Infrastructuur
B
Meerdere bevolkingsgroepen
C
Grote schulden van ontwikkelingslanden
D
Bevolkingsgroei
Slide 4 - Quiz
4. Wat is geen oorzaak van onderontwikkeling?
A
Weinig scholing
B
Corrupte regering
C
slechte infrastructuur
D
Teveel uitgaven.
Slide 5 - Quiz
5. Wat is een vicieuze cirkel?
A
De oorzaak van het ene probleem is een gevolg van het andere
B
Een cirkel die doorbroken wordt.
C
Iets gebeurt en daar volgt dan een actie op in een cirkel
Slide 6 - Quiz
6. Een vicieuze cirkel is
A
niet te doorbreken
B
te doorbreken met ontwikkelingshulp
C
iets dat vanzelf overgaat
D
een cirkel die niet helemaal rond is.
Slide 7 - Quiz
7. Geef de 3 redenen voor onderontwikkeling.
Slide 8 - Question ouverte
8. protectionisme
Slide 9 - Carte mentale
9. Mali heeft een monocultuur. Wat is het kenmerk van een monocultuur
A
De export is extra gevoelig voor prijsschommelingen
B
De export brengt maar weinig geld op
C
De import is extra gevoelig voor prijsschommelingen
D
De import kost veel geld
Slide 10 - Quiz
10. Wanneer heeft een land een slechte ruilvoet?
A
als een land geen producten exporteert
B
als een land alleen maar goedkope producten exporteert
Slide 11 - Quiz
11. Wat is de ruilvoet?
A
een verslechtering of verbetering van de handel
B
de verhouding tussen de export- en de importprijs
C
een toename of afname van de buffervoorraad
D
de verhouding tussen landbouw en industrie
Slide 12 - Quiz
12. Welk land heeft een slechte ruilvoet met Nederland?
A
De Verenigde Staten
B
Duitsland
C
Groot Brittannië
D
Bolivia
Slide 13 - Quiz
13. Ruilvoet is verhouding tussen import en export. Wanneer verbetert de ruilvoet?
A
Exporthoeveelheid daalt en importhoeveelheid stijgt
B
Exporthoeveelheid stijgt en importhoeveelheid daalt
C
Exportprijs daalt en importprijs stijgt
D
Exportprijs stijgt en importprijs daalt
Slide 14 - Quiz
14. Waarvoor dient een buffervoorraad?
A
Om een onverwachte vraag op te vangen
B
Om bedorven producten te vervangen
C
Om een grootverpakking aan te kunnen bieden
D
Om de prijs laag te houden
Slide 15 - Quiz
15. Hoe werken buffervoorraden?
A
Door het aanbod te beïnvloeden
B
Door de vraag te beïnvloeden
C
Door het aanbod én de vraag te beïnvloeden
Slide 16 - Quiz
16. Buffervoorraden zijn er om
A
prijsschommelingen tegen te gaan
B
de ruilvoet te verbeteren
C
het nationaal inkomen te verhogen
D
mislukte oogsten op te vangen
Slide 17 - Quiz
vr.17.
Hoe de import en de export in een land zich met elkaar verhouden.
Dit betekent dat op hetzelfde stuk grond altijd hetzelfde gewas (plantensoort) verbouwd wordt. Er vindt geen vruchtwisseling plaats.
Samenwerking die als doel heeft het
helpen overleven van een noodsituatie.
Ruilvoet
Monocultuur
Noodhulp
Slide 18 - Question de remorquage
vr. 18. Als handelaren de wereldmarktprijs willen verhogen, zullen zij de
buffervoorraden
Hierdoor zal
op de wereldmarkt van cacao gaan
en daardoor zal de wereldmarktprijs van cacao stijgen.
vergroten
verkleinen
het aanbod
de vraag
dalen
stijgen
Slide 19 - Question de remorquage
vr. 19.
Wereldhandelsorganisatie (WTO)
Vicieuze cirkel
Vrijhandel
Buffervoorraden
Een organisatie die ernaar streeft om de vrijhandel in de wereld te bevorderen.
In- en uitvoer van producten zonder handelsbelemmeringen.
Grondstoffen niet verkopen om verkoopprijs stabiel te houden.
De oorzaak van het ene probleem is het gevolg van een ander probleem.
Slide 20 - Question de remorquage
20. Nederland is verantwoordelijk voor de armoede in de wereld.
Eens
Oneens
voor 2% van het nationale inkomen
voor 10% van het nationale inkomen
Slide 21 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
1.4 Nigeria en de wereldeconomie
September 2020
-
7 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
6.4 De handel in grondstoffen
May 2025
-
7 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Nigeria en de wereldhandel
September 2019
-
6 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
Aardrijkskunde!
Quiz internationale ontwikkelingen
21 days ago
-
21 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Economie voor vmbo
Leerjaar 4 Economie hst 6 les 2
March 2023
-
9 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Leerjaar 4 Economie hst 6 les 2
September 2022
-
8 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
6.3 Oorzaken van armoede
May 2025
-
8 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2.4 Conjunctuur
May 2025
-
10 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4