7.1 start H7

LAPTOP + schrift + pen
huiswerk voor maandag

*begrippen H6 leren
*lezen 7.3+7.4
*even opdrachten maken
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

LAPTOP + schrift + pen
huiswerk voor maandag

*begrippen H6 leren
*lezen 7.3+7.4
*even opdrachten maken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

20 min 7.1 - lessonup + aant
20 min 7.2 - lessonup + aant
15 min werken - lezen + even opg

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

deze les
begrippen SO 
*ELO    ->      biologie 4 havo     ->    bronnen
*vul het wachtwoord in, zie chat van Teams
*iedereen heeft precies 10 minuten (is ruim!)

rest les 
*bespreken laatste termen 7.1, begin uitleg 13.00
*kom terug naar de vergadering na het SO

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb al een planning gemaakt voor het leren van de stof voor de toetsweek.
ik heb nog geen planning
ik heb een planning per dag: globaal
mijn planning geeft ook aan WAT ik per dag ga leren
ik wil graag hulp bij het plannen

Slide 4 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

leerdoelen
* Je kunt beschrijven wat een ecosysteem is en wat de kenmerken ervan zijn.
* Je kunt biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen.
* Je kunt de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven.

* Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en van coöperatie onderscheiden.
* Je kunt de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TO DO - deze week



les 1            * bespreking 7.1 biotisch en abiotisch
                     * bespreking 7.2 populaties / symbiose
les 2           * bespreking 7.3 ecosystemen / voedselketens            
les 3           * practicum! om het geleerde in praktijk te brengen       
               

toetsstof SE: 
H4 helemaal                                   H6: 6.1 + 6.2 
H5 helemaal                                    H7 t/m 7.6

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BEGRIPPENLIJST
biotische factoren
abiotische factoren
levensgemeenschap
biotoop
ecosysteem
habitat
tolerantie
optimum
beperkende factor

LET OP
Dit zijn de begrippen die in de uitleg voor zullen komen. 

Dit zijn niet alle blauwe woorden uit de tekst. 

Je moet ze wel allemaal kennen en kunnen toelichten. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

filmpje! schrijf op:
biotische factoren
abiotische factoren
levensgemeenschap
biotoop
ecosysteem
habitat


LET OP
Over al deze woorden komt uitleg in het filmpje. 

Maak direct een aantekening. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zat het ook alweer?
Zet de onderstaande organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot
biosfeer
ecosysteem
levens-
gemeenschap
populatie
organisme
orgaan
weefsel
molecuul
cel

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
A en B
D
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

dichtheidsonafhankelijke factoren
dichtheidsafhankelijke factoren

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

mini practicum

doel 
Kunnen beredeneren op welk type grond planten het beste kunnen groeien. 

hoe
1) Vul het werkblad in over de grondsoort die voor je staat.
2) Geef je bakje door. Zorg dat je grondsoort 1, 2 en 3 hebt gehad. 
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de conclusie van dit onderzoek?
Op welk type grond groeien planten het beste (meest)?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoort nestgelegenheid bij biotische factoren of abiotische factoren?
A
biotisch
B
abiotisch
C
beide antwoorden kunnen goed zijn

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle abiotische factoren bij elkaar noemen we...
A
Biotoop
B
Abiotoop
C
Bioom
D
Ecosysteem

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

SCHRIJF OP 

biotische factoren




abiotische factoren





* organismen en de invloed die ze uitoefenen op hun omgeving
- ... (voorbeelden)


* invloeden uit de levenloze omgeving
* bepaalt ....
- ... (voorbeelden)


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SCHRIJF OP 

biotische factoren




abiotische factoren





* organismen en de invloed die ze uitoefenen op hun omgeving
- voedsel / concurrentie / predatie / nestgelegenheid


* invloeden uit de levenloze omgeving
* bepaalt soortensamenstelling
- licht / temperatuur / bodem / water / zuurstof 


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SCHRIJF OP 
levensgemeenschap

biotoop

ecosysteem


habitat


* alle ... in een bepaald gebied (biotisch)

* alle ... factoren in een bepaald gebied 

* ...  + ... , oftewel alle ... en ... factoren van een bepaald gebied


* leefgebied van een ...
* bestaat uit bepaalde biotische en abiotische factoren
- waar het soortgenoten of voedsel vindt / O2-gehalte / temperatuur

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SCHRIJF OP 
levensgemeenschap

biotoop

ecosysteem


habitat


* alle populaties in een bepaald gebied (biotisch)

* alle abiotische factoren in een bepaald gebied 

* levensgemeenschap + biotoop, oftewel alle biotische en abiotische         factoren van een bepaald gebied

* leefgebied van een organisme
* bestaat uit bepaalde biotische en abiotische factoren
- waar het soortgenoten of voedsel vindt / O2-gehalte / temperatuur

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent tolerantie
(in ecologische zin) ;) ?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 1: Wat is de maximumtemperatuur?
Vraag 2: Wat is de optimumtemperatuur?
A
1. 35 graden 2. 10 graden
B
1. 35 graden 2. 50 graden
C
1. 50 graden 2. 10 graden
D
1. 50 graden 2.35 graden

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort kan het beste tegen schommelingen van deze milieufactor (bijvoorbeeld hoeveelheid water in de bodem)?
A
soort A
B
soort B

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

SCHRIJF OP
tolerantie





optimum


beperkende factor

* hoe goed je tegen schommelingen in je omgeving kan
* binnen het ... kunnen de organismen ... en ...
* in de ... overleven er weinig en wordt niet voortgeplant
* BREED = kan schommelingen wel/niet weerstaan
   SMAL = kan veel/weinig schommelingen weerstaan

* de organismen kunnen bij deze waarde het beste overleven en                voortplanten 

* een ... factor die bepaalt hoeveel organismen van een ... in een gebied kunnen overleven

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SCHRIJF OP
tolerantie






optimum


beperkende factor

* hoe goed je tegen schommelingen in je omgeving kan
* binnen het tolerantiegebied kunnen de organismen overleven en           voortplanten
* in de stresszone overleven er weinig en wordt niet voortgeplant
* BREED = kan schommelingen weerstaan
   SMAL = kan weinig schommelingen weerstaan

* de organismen kunnen bij deze waarde het beste overleven en                voortplanten 

* een abiotische factor die bepaalt hoeveel organismen van een 
   soort in een gebied kunnen overleven

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort kan het beste tegen schommelingen van deze milieufactor? Leg je antwoord uit!

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan je zeggen over de optimumwaarde?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

BEGRIPPENLIJST
biotische factoren
abiotische factoren
levensgemeenschap
biotoop
ecosysteem
habitat
tolerantie
optimum
beperkende factor

Schrijf nu het woord op wat jij nog het lastigste vindt.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ook alweer een populatie?

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

populatie
een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling kunnen voortplanten

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BEGRIPPENLIJST
exoten






organismen die als gevolg van menselijk handelen in een gebied terecht komen waar ze niet thuis horen





Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn factoren die de grootte
van een populatie kunnen beïnvloeden?

Slide 36 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

populatiegrootte
wordt beïnvloed door               geboortecijfer              predatie
                                                            sterftecijfer                   ziekten
                                                            immigratie                     parasitisme
                                                            emigratie                        concurrentie

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

draagkracht
de maximale populatiegrootte die gedragen kan worden door de hoeveelheid beschikbare bronnen van een bepaald gebied 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer vinden we een J-curve?

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor leidt overschrijding van draagkracht meestal tot een lagere draagkracht?
A
de dieren zijn dood
B
voedselbronnen zijn uitgeput
C
het systeem schiet door

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

symbiose
symbiose

mutualisme

commensalisme

parasitisme

organismen leven samen 

soort 1   +     soort 2    +

soort 1   +     soort 2   0

soort 1   +     soort 2    - 

Slide 42 - Diapositive

voorbeelden:
mutualisme: bacteriën, bijen en planten
commensalisme: muizen en de mens, koereiger en buffels
Wat is het verschil tussen predatie en parasitisme?

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een walvis heeft vaak zeepokken op zich.
A
We noemen dit commensalisme.
B
We noemen dit concurrentie.
C
We noemen dit mutualisme.
D
We noemen dit parasitisme.

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een wulk heeft soms een zeeanemoon op zijn schelp.
De wulk wordt beschermd door de netels van de anemoon.
De anemoon snoept mee van het eten van de wulk.
A
We noemen dit commensalisme.
B
We noemen dit concurrentie.
C
We noemen dit mutualisme.
D
We noemen dit parasitisme.

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

biotische factoren
abiotische factoren
levensgemeenschap
biotoop
ecosysteem
habitat
tolerantie
optimum
beperkende factor
concurrentie
symbiose
mutualisme
commensalisme
parasitisme
exoten
draagkracht
Welk woord vind je
het lastigste?

Slide 47 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef een uitleg voor dit begrip wat iemand uit klas 3 zou kunnen begrijpen.

Slide 48 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

aan de slag - in stilte!
1) Lees paragraaf 7.3. Maak ondertussen een begrippenlijst.

2) Maak de even opdrachten.

KLAAR? Lees 7.4.
DAARMEE KLAAR? Maak de even opgaven.
timer
20:00

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions