H4 werkwoordspelling en column
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Ik (worden) ... morgen veertien jaar.
Ik (worden) ... morgen veertien jaar.
Slide 4 - Question ouverte
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Mijn moeder (beloven) ... mij een fiets.
Mijn moeder (beloven) ... mij een fiets.
Slide 5 - Question ouverte
Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in:
De leraar (behandelen) de grammatica.
De leraar (behandelen) de grammatica.
Slide 6 - Question ouverte
Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in.
Hanneloor (willen) rustig op hulp wachten.
Hanneloor (willen) rustig op hulp wachten.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Fredje (wandelen) gisteren opnieuw tegen zijn oma aan.
Slide 9 - Question ouverte
Alfons (verhuizen) na 36 jaar toch eindelijk uit zijn studentenhuis.
Slide 10 - Question ouverte
Peert heeft ondanks een echtelijke ruzie zijn vrouw alsnog groen (verven).
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
(Engelse werkwoorden)
Hij (lunchen-vt)
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 13 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Wij (racen-vt)
Wij (racen-vt)
A
racte
B
racette
C
racden
D
raceten
Slide 14 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (paintballen)
Wij hebben (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
Slide 15 - Quiz
Engelse werkwoorden
De miljonairsdochter is door drie onbekende mannen (kidnappen)
De miljonairsdochter is door drie onbekende mannen (kidnappen)
A
kidgenapt
B
gekidnapt
C
gekidnapped
D
gekidnapd
