Ballondebat

woensdag 14 mei

Start je laptop op en log in voor deze Lessonup les.

Klap daarna je laptop weer dicht!
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

woensdag 14 mei

Start je laptop op en log in voor deze Lessonup les.

Klap daarna je laptop weer dicht!

Slide 1 - Diapositive

Lesinhoud:

  • Bespreken stellingen (debat 27 mei)
  • Ballondebat

Slide 2 - Diapositive

Stelling 1
1. Gevangenen moeten de gelegenheid krijgen om een hond of kat uit het asiel te adopteren.
Groep 1 = Voorstander
Groep 2 = Tegenstander
Groep 3 = Jury

Slide 3 - Diapositive

Stelling 2
2. Op school moet je niet alleen wiskunde leren, maar ook hoe je met geld omgaat.
Groep 2 = Voorstander
Groep 3 = Tegenstander
Groep 1 = Jury

Slide 4 - Diapositive

Stelling 3
3. Huiswerk in het weekend moet verboden worden.
Groep 3 = Voorstander
Groep 1 = Tegenstander
Groep 2 = Jury

Slide 5 - Diapositive

Groepsindeling

Slide 6 - Diapositive

Ballondebat

Slide 7 - Diapositive

lesdoelen:
  • je leert met humor en creativiteit het publiek te overtuigen
  • je leert hoe je overtuigend je stelling te presenteren door stemgebruik, oogcontact en houding. 

Slide 8 - Diapositive

Situatie
Er dreigt een heteluchtballon met 5 bekende personen neer te storten. Alle spullen die gemist kunnen worden, zoals tassen en drinken, zijn al overboord gegooid. Dit is helaas nog niet voldoende! 

Er zit niets anders op, vier ballonvaarders zullen uit de ballon moeten springen. Slecht één iemand kan dus maar in de ballon blijven en overleven.

Maar wie? 



Slide 9 - Diapositive

Ballondebat werkwijze:
  1. Ronde 1: Vijf belangrijke personen zitten in een luchtballon en vertellen in één minuut waarom de wereld niet zonder hen kan en waarom juist zij in de luchtballon moeten blijven. 
  2. Stemming: 2 personages worden uit de ballon gestemd.
  3. Ronde 2: Drie belangrijke personen zitten nu nog in de luchtballon. Zij speechen waarom één van de andere uit de ballon moet en de wereld makkelijk zónder hen kan.
  4. Stemming: Wie mag in de ballon blijven? 
  5. Nabespreken: wat was de tactiek van de winnaar? 

Slide 10 - Diapositive

1. Wie ben je?
  • Iedereen krijgt 1 minuut bedenktijd. Je doet dit zelfstandig.
  • Je kunt kiezen uit veel verschillende bekende personages zoals bijvoorbeeld:  politici, leden van het koninklijk huis, acteurs/actrices, presentatoren, cabaretiers, etc. Het moet wel iemand zijn die nog leeft.
timer
1:00

Slide 11 - Diapositive

2. Voorbereiding
Bedenk zoveel mogelijk argumenten waarom jij (jouw bekende persoon) niet overboord moet. Gebruik zoveel mogelijk AUB (Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld)

Je hebt 5 minuten om deze persoon voor te bereiden. Je mag de persoon ook even googelen. 
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

3. Debatteer

De vijf bekende personen komen in de ‘luchtballon’ staan: 
  • Ieder houdt zijn speech van 1 minuut. Waarom ben ik onmisbaar? 
  • Als je debatteert let je op je stem, oogcontact met de klas en je houding 
  • De anderen luisteren aandachtig, maak eventueel aantekeningen. 


Slide 13 - Diapositive

Wiel draaien, welke persoon komt in de ballon?

Slide 14 - Diapositive

Ronde 1
5 x 1 minuut!


timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

Stemming na ronde 1:
Het publiek mag nu stemmen. Iedereen uit het publiek heeft twee stemmen en stemt op de personages die hij/zij uit de  ballon wil hebben; iedereen stemt dus op twee verschillende personages! 

De twee ballonvaarders met de meeste stemmen vallen helaas af, maar ontvangen natuurlijk een heel groot applaus van de klas en de andere ballonvaarders.

Slide 16 - Diapositive

Welke ballonvaarder moet uit de ballon?
nummer 1
nummer 2
nummer 3
nummer 4
nummer 5

Slide 17 - Sondage

Ronde 2 
De drie overgebleven ballonvaarders krijgen vijf minuten om hun speech voor te bereiden:
waarom moeten de ándere personages uit de ballon? Waarom kan de wereld prima zonder hen?
De spreektijd is wederom één minuut per ballonvaarder. In deze ronde moeten de ballonvaarders dus uitleggen waarom de ándere personages uit de ballon zouden moeten.

De rest van de klas vult het feedback formulier in.

Slide 18 - Diapositive

Ronde 2
3 x 1 minuut!


timer
1:00

Slide 19 - Diapositive

Stemming na ronde 2:
Het publiek mag nu stemmen. Iedereen uit het publiek heeft twee stemmen en stemt op de personages die hij/zij uit de ballon wil hebben; iedereen stemt dus op twee verschillende personages!  
De twee ballonvaarders met de meeste stemmen vallen helaas af, maar ontvangen natuurlijk een heel groot applaus van de klas.

Slide 20 - Diapositive

Wie moet in de ballon blijven?
nummer 1
nummer 2
nummer 3

Slide 21 - Sondage

Nabespreken:
Wat was de tactiek van de winnaar; hoe dacht hij of zij het publiek voor zich te kunnen winnen? 

Slide 22 - Diapositive

Applaus voor de winnaar!

Slide 23 - Diapositive

Wat heb jij geleerd?

Slide 24 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?

Tijdens het debatteren:
  • let je op jouw stem en houding.
  • houdt je tijdens jouw speech oogcontact met de klas.
  • gebruik je een sterk argument dat je maakt met AUB (Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld).
  • Heb je als publiek jouw klasgenoten beoordeeld op zijn/haar manier van debatteren.

Slide 25 - Diapositive

Volgende les 
  • Heb je jouw argumenten ( vier voor en vier tegen) verzameld voor de debatstellingen.
  • Gaan jullie in je groepje aan de slag om het debat voor te bereiden

Slide 26 - Diapositive