Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 3 Het Romeinse Rijk
Hoofdstuk 3:
Het Romeinse Rijk, herhaling
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan wij vandaag
doen?
Herhaling van de vorige lessen.
Filmpjes
Slide 2 - Diapositive
Julius Caesar: Bekend legeraanvoerder die door zijn populariteit de senaat dwong af te treden en hem tot dictator te noemen. De Senaat vermoord hem 2 jaar later in de hoop de macht terug te krijgen.
De adoptie zoon van Caesar, Octavianus versloeg de opnieuw ontstaande burgeroorlog en werd tot keizer uitgeroepen.
De Romeinse Senaat, een groep van 200 aanzienlijke mannen die de Republiek van Rome bestuurd.
Rome was een stadstaat met een groot leger met daarin goed getrainde soldaten. Ze kregen bij iedere overwinning een deel van buit, maar de aanzienlijke famillies hadden het meeste voordeel van de oorlogen.
Deze families leverden namelijk de legeraanvoerders die de meeste buit kregen en beroemd werden.
Het Forum Romanum. Het centrum van de Romeinse rijk en de politiek. Op dit plein stonden overheidsgebouwen, tempels en triomfbogen.
Het Romeinse rijk op haar hoogte punt.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
3.2 Rijk en arm:
Slide 5 - Diapositive
Arm en rijk
Landbouwstedelijke samenleving
Een groot verschil tussen arm en rijk
Het grootste gedeelte van de mensen in het Romeinse rijk was arm
Gemengde cultuur van Grieken en Romeinen in het Romeinse rijk.
Grieken: zuilen en
Romeinen: ronde bogen.
Binnen het Romeinse Rijk waren veel mensen met verschillende achtergronden en culturen. Dit komt natuurlijk ook omdat het Romeinse Rijk enorm groot was.
Godsdienstvrijheid: In het Romeinse rijk waren mensen vrij hun eigen geloof te volgen. Hiervoor moesten ze wel belasting betalen.
Slide 10 - Diapositive
3.3 Het jodendom en de Opkomst van het Christendom
350 v.C. Begin Romeinse veroveringen.
58-50 v.C. Caesar veroverd Gallië.
63 v.C. Romeinen veroveren Judea.
27 v.C. Augustus sticht het keizerrijk.
30 n.C. kruisiging Jezus Christus.
380 n.C. Christendom wordt staatsgods-dienst.
Synagoge resten bij Rome.
Nadat de Joden verspreid waren over de hele wereld gingen zij Synagoge bouwen overal waar ze woonde. Zo ook in Rome zelf.
De Joodse opstand
Om hun geloof te mogen houden moesten de Joden extreem hoge belasting betalen aan de Romeinen. Uiteindelijk werd dit te veel en kwamen de Joodse mensen in opstand tegen de Romeinen.
De Romeinen sloegen de opstand neer en plunderden en verwoestten de tempel. Tempelschattenn, zoals een grote gouden kandelaar, namen ze mee naar Rome. De tempel werd nooit meer herbouwd.
La durée de la leçon est: 50 min
