Grammatik E: Kap. 4 1km

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

werkwoorden (NL)

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Werkwoorden moeten vervoegd worden:
NL: ik loop, jij loopt, wij lopen

Duits: ich laufe, du läufst, wir laufen

Slide 6 - Diapositive

Stap 1: Stam vinden 
Je haalt van de werkwoorden -en.

Dit is de allereerste stap die je doet!!!!

De stam van het werkwoord machen is dus mach

Slide 7 - Diapositive

Hoe vind je de stam van het werkwoord?
A
het werkwoord + en
B
het werkwoord -en

Slide 8 - Quiz

Stap 2: de juiste uitgang (achter de stam)
  • ich mache
  • du machst
  • er/sie/es macht
  • wir machen
  • ihr macht
  • sie/Sie machen

Slide 9 - Diapositive

Maak een aantekening in jouw schrift:
stam +
(fe)
ich
e
du
st
er/sie/es
t
wir
en
ihr
t
sie/Sie
en

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

wohnen - du
A
wohne
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnen

Slide 12 - Quiz

spielen - ich
A
spiele
B
spielst
C
spielt
D
spielen

Slide 13 - Quiz

fragen - ihr
A
frage
B
fragst
C
fragt
D
fragen

Slide 14 - Quiz

machen - wir
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen

Slide 15 - Quiz

Aan de slag! Laptops op slaapstand & dicht zzZZz..
  • Wat ga je doen: Werkblad maken
  • Hoe ga je dit doen: Schrijf de antwoorden op met een pen.
  • Hulp: blz. 118 in jouw boek, buurman/buurvrouw, docent
  • Tijd: 25 min.
  • Uitkomst: Je kunt Duitse werkwoorden in de t.t. vervoegen.
  • Klaar? Nakijken met een nakijkblad en verbeteren met een andere kleur.
  • Resultaten aan docent laten zien.
  • Daarna klaar: maken opdracht 18, 19, 21, 22, 24 op blz. 118 t/m 120

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Je kunt Duitse werkwoorden in de t.t. vervoegen.

Slide 19 - Sondage

Welk cijfer geef je jouw werkhouding deze les?
010

Slide 20 - Sondage