2024 - 2025 8.3 Woordformules
1 / 20
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Schrijf de woordformule op
Vul het getal in op de goede plek van de woorden
Reken de som uit en vul het antwoord in
Slide 8 - Question de remorquage
= x
Ik ga overnachten in een hotel en per nacht betaal ik 36 euro.
Sleep de stukjes naar de juiste plek en maak deze woordformule.
Aantal nachten
36
Prijs in euro's
Hotel
12
Slide 9 - Question de remorquage
Het aantal uren keer 37,50 plus 20 is gelijk aan de kosten in euro's
Sleep de woorden, getallen en bewerkingen naar de juiste plek in de woordformule.
:
aantal uren
x
37,50
+
20
=
kosten in euro's
-
Slide 10 - Question de remorquage
Welke woordformule past bij deze tabel?
A
Inhoud in L = 1000 - 40 x aantal km
B
Inhoud in L = 1000 - 0,4 x aantal km
Slide 11 - Quiz
De woordformule is...
A
Bedrag = 15 + 2,5 x aantal attracties
B
Bedrag = 2,50 + 15 x aantal attracties
Slide 12 - Quiz
Als deze tabel regelmaat
heeft wat is de regelmaat
dan?
heeft wat is de regelmaat
dan?
A
de tabel heeft geen regelmaat
B
elk uur gaat er 3 cm af.
Slide 13 - Quiz
Dit is een tabel met
regelmaat. Wat is de
regelmaat?
regelmaat. Wat is de
regelmaat?
A
2
B
Per uur gaat er 2 centimeter af
C
2 uren per centimeter
D
geen regelmaat
Slide 14 - Quiz
Verdeel de begrippen:
Regelmatige toename
Regelmatige afname
Geen regelmaat
Slide 15 - Question de remorquage
Geen regelmaat
Regelmatige afname
Regelmatige toename
