Werkwoordspelling oefentoets A2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Instructies

1) Maak de opdrachten. Aan de zin kun je zien of je tegenwoordige tijd of verleden tijd moet invullen, dus lees de zin elke keer zorgvuldig.
> Als pvtt én pvvt kan, dan kies je PVTT!
> Schrijf je antwoorden zonder hoofdletters en zonder de komma ertussen.

2) Gebruik ook zeker je stroomdiagram voor ww-spelling bij deze toets, maar besef ook zeker dat je bij het echte pw het stroomdiagram er niet bij mag houden.

Werkwoordspelling oefentoets

STROOMDIAGRAM WW-SPELLING

De storm (verwoesten, pvvt).......huizen en (beschadigen).......bomen

Met zijn vriendelijke woorden (veroveren)........Joep ieder meisjeshart

Hij heeft een [ontwrichten] schouder, doordat hij lelijk is gevallen.

De verslaggever ........................................................ berichten terwijl hij op pad is. (versturen)

Welk werkwoord is GOED gespeld

1. Dat heb je goed gespelt.
2. Het besteedde bedrag
3. Hij spoedde zich naar huis.
4. Hij word oud.

Welk werkwoord is FOUT gespeld

1. Ik verwachte
2. de lopende man
3. het gebeurt
4. een huilend meisje

Hoewel hij al jaren ...................................................................., waagt hij in het toch niet om mee te doen aan de kampioenschappen. (bodybuilden)

Zaterdag ga ik voor de eerste keer helpen. Ik moet gasten drankjes brengen en aan het einde van de avond is het de bedoeling dat ik ze hun jas ......................................................... (aanbieden)

Vader en zoon gaan met elkaar in gevecht en na flink te hebben ............................................, blijkt de vader eigenlijk zo slecht nog niet. (stoeien)

De ...................................... jongen zweert wraak op zijn pestkop. (pesten)

In een artikel wordt de directeur van Ahold ......................................, maar hij blijft erg vaag over de inhoud van de gesprekken. (quoten)

De NRC schreef daar vorig weekend al over, maar toen .................................................................... een andere bron dat verhaal. (ontkrachten)

Schrijver Adriaan van Dis (1946) heeft met zijn boek ‘Ik kom terug’ de Libris Literatuur Prijs 2015 in de wacht ....................................... (slepen)

Jij (veronderstellen)......blijkbaar, dat ik je voor de gek (houden)....

In ‘s Hertogenbosch (worden) ..... carnaval uitbundig (vieren)......

(Genieten)... van het landschap (reizen) ....we vorige vakantie door Zwitserland.

(Wachten) .....op de bus ben ik vanmiddag kletsnat ......(regenen)

De (vermissen) ...... kinderen werden ontdekt door een (joggen).....man.

Als de sneeuwstorm (bedaren)...., (worden).... de weg .....(vegen)

De (verwachten)..... temperatuur werd niet .... (halen)

De brandweer (blussen) ...... gisteren het paasvuur, dat te hard (branden)......

Mijn broertje van vijf (stoten)..... gisteren alweer zijn melk om, waardoor mijn moeder (mopperen, VVT).....

(Ontdekken)..... de boswachter gisterochtend een (smeulen)... vuurtje?

(Vinden)..... je zus het jammer dat de rozenstruik (verwilderen)....

Vorig jaar (vieren)..... onze school het honderdjarig bestaan.

Malou (lachen) .... helemaal niet, toen ik die mop (vertellen)...

Onze mentor (antwoorden) ..... ons vorige week, dat hij zich had (vergissen)....

Vanmorgen vroeg (beantwoorden) ..... de concierge vele telefoontjes: er (melden).... zich veel leerlingen ziek

Begin jaren zestig (lanceren) .... Mary Quant de minirok.

De (stranden) ....reizigers (verwachten)....een maaltijd van de vliegmaatschappij te krijgen.

Het hotel (faxen)... gisteren de offerte en (eisen)..... betaling vooraf.

Mijn vader (poetsen) .... elke week zijn auto tot hij (glanzen)....

Het vliegtuig (neerstorten).... tussen de huizen van een volkswijk, wat tot tientallen doden (leiden)....

Het door de penningmeester (storten) .... bedrag was een dag later alweer van de rekening (halen)....

(Vinden).... je die (vergroten)..... foto’s van onze dochter niet (schitteren) .....

De zwemmers hebben zich eerst (douchen)...., voordat ze in het water zijn (plonzen)....

Laatst (trachten) .... onze docent ons ervan te overtuigen, dat we tijdens het practicum onnauwkeurig hebben (werken)....

Zijn de (emailleren)... bekers erg (beschadigen)....door de val?

De schaapsherders (duwen).... hun (haten).... broertje de diepe put in en, maar (halen) ... hem er de volgende dag weer uit.

De uitsmijter heeft jarenlang (rugbyen)... en omdat hij tegenwoordig vooral (frituren)....voedsel eet, is hij nogal stevig.

Ik nam een (grillen).... biefstukje en dronk er een (mixen) ....drankje bij.

De weg waarop het vliegtuig (landen)..... was gelukkig net (verbreden)....

(Worden)... toch eindelijk eens wijzer en (planten) ....pas bollen in oktober.

Slechts een achterop geraakte student werd (confronteren).... met een (binden).... studieadvies. Hij werd van de opleiding (verwijderen).....

Is een deel van het (stranden) ... schip vanochtend (aanspoelen).... op de Engelse kust?

Noteer hier je naam + wat je nog blijkt te moeten oefenen/leren voor het pw in de proefwerkweek.