Pijn

Pijn
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Pijn

Slide 1 - Diapositive

Inhoud 
  • Wat is pijn, hoe werkt het?
  • Pijnbeleving
  • Verschillende soorten pijn
  • Meten van pijn; 
  • Pijnbehandeling 

Slide 2 - Diapositive

Verschillende soorten pijn

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Pijngedrag
  • Interactie tussen individu en sociale wereld. 

  • Pijndrempel, hoe lang het duurt voordat men pijn ervaart. 

  • Pijntolerantie, of men de pijn kan verdragen. Wordt beïnvloed door: 
geslacht, leeftijd, verleden, sociale oriëntatie (persoonlijkheid), verdovende middelen en cultuur 

Slide 5 - Diapositive

Pijnbeleving

Slide 6 - Diapositive

Wat doet pijn met iemand?

Slide 7 - Diapositive

Soorten pijn
  • Acute pijn
Wanneer een weefsel beschadigt en als gevolg daarvan direct pijn optreedt,

  • Chronische pijn
Naast weefselschade spelen hier ook andere lichamelijke en psychische factoren een rol en houd deze pijn langer aan.  (langer dan 3 - 6 maanden) 

Slide 8 - Diapositive

Nociceptieve pijn 
Treed op bij weefsel schade
  • Somatische pijn:
Weefselschade van de huid, spieren en botten. Wordt ervaren als een constante, klagende, kloppende stekende of zeurende pijn. Locatie kan goed aangegeven worden.
  • Viscerale pijn:
Weefselschade aan organen, vaak aanvalsgewijs. locatie moeilijk aan te geven. (referred pain)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Referred pain
Vertaling; doorgestuurde of gerefereerde pijn

Pijn die op een andere plaats gevoeld wordt dan waar de pijn eigenlijk vandaan komt.
Afkomstig van organen in de borst of buik, en wordt elders in het lichaam gevoeld. 

Oorzaak; gevoelszenuwen van huid en organen komen samen in hetzelfde ruggenmergsegment 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Neuropathische pijn
Ook bekend als zenuwpijn, wordt veroorzaakt door beschadiging van de zenuwen. Hierdoor ontstaan pijnprikkels die geen functie hebben. 

Vaak ervaren als:
  • Brandend
  • Elektrisch 
  • Vaak chronisch
  • Moeilijk te behandelen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Fantoompijn
Pijn in een ledemaat dat is geamputeerd of nooit heeft bestaan

Vaak ervaren als:
  • Tintelend
  • Brandend

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Pijn behandelen

Slide 17 - Carte mentale

Behandeling 
  • Medicamenteuze behandeling 
Verschillende soorten medicatie voor verschillende soorten pijn

  • Niet-medicamenteuze behandeling
Informeren en geruststellen
Immobiliseren 

Slide 18 - Diapositive

Pijn Meten

Slide 19 - Diapositive

Visuele analoge schaal (VAS)
  • Goed zicht, goede concentratie, coordinatie, en begrip van de getallen. Minder geschikt voor kinderen onder de 5 jaar en ouderen boven de 67 jaar. 

Slide 20 - Diapositive

Numeric Rating scale (NRS)
  • Kan zowel verbaal als schriftelijk worden gebruikt, eenvoudig in gebruik. Concentratie, coördinatie en getal begrip voor nodig.  Minder geschikt voor kinderen onder de 5 jaar en ouderen boven de 67 jaar. NRS-score 4 of hoger pijn behandelen.

Slide 21 - Diapositive

Pijn is ....
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 22 - Quiz

Pijn bij het snijden in je vinger is
A
Acute pijn
B
Chronische pijn
C
Viscerale pijn
D
Fantoompijn

Slide 23 - Quiz


Fantoompijn is..
A
Acute pijn
B
Chronische pijn

Slide 24 - Quiz

Somatische pijn komt door weefselschade aan.....
A
Huid, spieren en botten
B
organen

Slide 25 - Quiz

Advies WHO pijnbestrijding


  • Fase 1; niet-opioïden

(paracetamol, diclofenac, ibuprofen)

  • Fase 2; zwakwerkend opioïde geven of
    toevoegen aan
    niet-opioïd preperaat

(paracetamol met codeïne, tramadol)

  • Fase 3; sterk werkend opioïd

(morfine oraal, rectaal of transdermale toediening)

  • Fase 4: parenterale toediening (subcutaan, intraveneus, evt epiduraal)




    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

niet-medicinale pijnbestrijding


  • Begeleiding
  • Houding en ligging
  • Ademhaling
  • Comfort en rust
  • Warmte en koude
  • Welk kennen jullie nog meer??




    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 28 - Diapositive

Het WHO adviseert 4 fases van pijnbestrijding, onder welke fase valt tramadol?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 29 - Quiz