hoofdstuk 10

1 / 31
suivant
Slide 1: Vidéo

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

0

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Vidéo

Somgrafiek
dagen van de week
aantal verkochte fietsen
H'sum     A'dam

Slide 3 - Diapositive

Somgrafiek
  1. maak een somtabel
  2. teken de punten in de tabel
  3. teken de somgrafiek
dagen van de week
aantal verkochte fietsen
H'sum     A'dam

Slide 4 - Diapositive

Somgrafiek
  1. maak een somtabel
dagen van de week
dag
ma
di
wo
do
vr
za
zo
H'sum
A'dam
totaal
aantal verkochte fietsen
H'sum     A'dam

Slide 5 - Diapositive

Somgrafiek
  1. maak een somtabel
dagen van de week
dag
ma
di
wo
do
vr
za
zo
H'sum
3
5
2
2
4
4
1
A'dam
5
1
1
3
4
2
5
totaal
aantal verkochte fietsen
H'sum     A'dam

Slide 6 - Diapositive

Somgrafiek
  1. maak een somtabel
dagen van de week
dag
ma
di
wo
do
vr
za
zo
H'sum
3
5
2
2
4
4
1
A'dam
5
1
1
3
4
2
5
totaal
8
6
3
5
8
6
6
aantal verkochte fietsen
H'sum     A'dam

Slide 7 - Diapositive

Somgrafiek
2. zet de punten in de grafiek
dagen van de week
dag
ma
di
wo
do
vr
za
zo
H'sum
3
5
2
2
4
4
1
A'dam
5
1
1
3
4
2
5
totaal
8
6
3
5
8
6
6
aantal verkochte fietsen
H'sum     A'dam

Slide 8 - Diapositive

Somgrafiek
3.  teken de somgrafiek
dagen van de week
dag
ma
di
wo
do
vr
za
zo
H'sum
3
5
2
2
4
4
1
A'dam
5
1
1
3
4
2
5
totaal
8
6
3
5
8
6
6
aantal verkochte fietsen
H'sum     A'dam

Slide 9 - Diapositive

verschilgrafiek
  • Verschil betekent eraf
  • Om een verschil grafiek te tekenen, maak je een verschiltabel
  • Let op welke getallen je in de tabel bovenaan zet.

  • Bijv. Als je winst uit moet rekenen dan zet je opbrengst bovenaan en de kosten onder,  die haal je van de opbrenst af.

Slide 10 - Diapositive

Van 2 tabellen kan je een verschiltabel maken:

Slide 11 - Diapositive

Van 2 tabellen kan je een verschiltabel maken:

Slide 12 - Diapositive

0

Slide 13 - Vidéo

Periodieke verbanden
PERIODE
Er is een periodiek verband 
tussen tijd en hoogte.

Na hoeveel seconden herhaalt 
de grafiek van de schommel?


Hoeveel perioden zijn er getekend?

Periode is 4 seconden 
2 perioden

Slide 14 - Diapositive

Periodieke verbanden
 EVENWICHTSSTAND 
Wat is de evenwichtsstand?


Slide 15 - Diapositive

Periodieke verbanden
 AMPLITUDE 
De evenwichtsstand is 1,5 m.




Wat is de amplitude?








Slide 16 - Diapositive

Periodieke verbanden
 FREQUENTIE 
Hoe vaak komt de periode per minuut voor?
60 : 4 = 15
De frequentie is 15 per minuut.

Hoe vaak komt de periode per uur voor?



3600 : 4 = 900
De frequentie is 900 per uur. 












Slide 17 - Diapositive

Wat is de periode?
A
1 minuten
B
2,5 minuten
C
3 minuten
D
4 minuten

Slide 18 - Quiz

Wat is de evenwichtsstand?
A
150 m
B
200 m
C
350 m
D
500 m

Slide 19 - Quiz

Hoeveel meter is de amplitude?
A
150 m
B
200 m
C
350 m
D
500 m

Slide 20 - Quiz

Wat is de frequentie per uur?
A
3 per uur
B
10 per uur
C
15 per uur
D
20 per uur

Slide 21 - Quiz

6.1: periodieke verbanden
Hartslag is een grafiek met een periodiek verband

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Periode duurt 2 seconden. Na 2 seconden is de hoogte weer 0,5

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Het maximum is 2,5 meter
Het minimum is 0,5 meter

Slide 26 - Diapositive

Wat is de frequentie?
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 27 - Quiz

Wat is de
evenwichtsstand?
A
1 meter
B
2 meter
C
3 meter
D
4 meter

Slide 28 - Quiz

Wat is de evenwichtsstand?
A
18m
B
45 seconden
C
90 seconden
D
9m

Slide 29 - Quiz

Wat is de amplitude?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 30 - Quiz

Wat is de amplitude?
A
0 meter
B
20 meter
C
40 meter
D
60 meter

Slide 31 - Quiz