Vwo 1 - Blok 4 Lezen opdracht 8

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Blok 4 Lezen 

opdracht 8

Lees tekst 9 grondig

Op welke manier trekt de schrijver in de inleiding vooral de aandacht van de lezer?

1. kort verhaaltje
2. onderwerp aankondigen
3. aanleiding van het schrijven geven
4. vragen stellen

Naar wat verwijst "ze" in regel 8?

Naar wat verwijst "wat" in regel 16?

Naar wat verwijst "dat" in regel 30?

1. de temperatuur
2. de gemiddelde temperatuur
3. de gemiddelde temperatuur in de lente
4. de gemiddelde temperatuur in de lente is 8,9 graden Celcius

Naar wat verwijst "die" in regel 40?

Wat is het deelonderwerp van alinea 3?

Wat is het deelonderwerp van alinea 3?

Bewolking aan de kust in de lente

Wat is de kernzin van alinea 3?

1. de eerste zin
2. de tweede zin
3. de laatste zin
4. geen van deze antwoorden is goed

"Dat komt omdat stapelwolken zich boven de warmste gebieden ontwikkelen." = hoofdzaak of bijzaak?

1. hoofdzaak
2. bijzaak

Waarom is dit een bijzaak?

1. het is toelichting over ...
2. het is een voorbeeld van ...

Maak het antwoord goed af: De zin "Dat komt ... ontwikkelen" is een bijzaak, want het is toelichting over ...

Wat is de hoofdzaak in alinea 4?

Wat is de hoofdzaak in alinea 4?

Hooikoortspatiënten juichen de lente vaak niet toe, want de lente betekent voor hen veel snotteren.

Wat is de kernzin van alinea 5?

1. de eerste zin
2. de tweede zin
3. de laatste zin
4. geen van deze antwoorden is goed

Wat is de hoofdzaak van alinea 6?

Wat is de hoofdzaak van alinea 6?

In de lente wisselen zonnige dagen en dagen vol regen en wind elkaar af. 

Past het tussenkopje "Onstuimig weer" goed bij deze alinea? Leg je antwoord uit.

Past het tussenkopje "Onstuimig weer" goed bij deze alinea? Leg je antwoord uit.

Gedeeltelijk, want het gaat over regen en wind, dus onstuimig weer, maar ook over zonnige dagen. Daar zegt de titel nu niets over. 

Bedenk een ander tussenkopje dat goed past bij de alinea.

Wat zijn de hoofdzaken van deze tekst? Schrijft kort en bondig.

Wat zijn de hoofdzaken van deze tekst? 

1. In de lente worden de dagen langer, de zon laat zich wat langer zien, de temperatuur stijgt, de natuur ontwaakt uit de winterslaap. 

2. Kenmerkend voor de lente is de vele bewolking in het binnenland ten opzichte van het kustgebied.

3. Hooikoortspatiënten juichen de lente niet toe, want zij beginnen dan weer te snotteren.

4. Het lijkt erop dat de lentes steeds warmer, zonniger en droger worden.

5. De eerste zonnige, warme dagen worden vaak afgestraft met regen, wind en weinig zon.

Maak van de hoofdzaken een hoofdgedachte.

Maak een hoofdgedachte van de tekst.

In de lente wordt het warmer en zonniger, toch is er nog veel bewolking en dagen met regen en wind, hooikoortspatiënten vinden de lente vaak niet fijn.