Basisstof 3

Goedemiddag
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Goedemiddag

Slide 1 - Diapositive

Planning
1. Herhaling
2. Basisstof 2
3. Aan het werk

Slide 2 - Diapositive

Beschrijf het begrip: Homozygoot

Slide 3 - Question ouverte

Beschrijf het begrip: Heterozygoot

Slide 4 - Question ouverte

Wel gen overheerst?
A
Dominant gen
B
Recessief gen
C
Intermediar gen
D
Alle genen

Slide 5 - Quiz

Hoe schrijf ik een homozygoot dominant gen? (2 letters)

Slide 6 - Question ouverte

Hoe schrijf ik een homozygoot recessief gen (2 letters)

Slide 7 - Question ouverte

Komt het dominante of recessieve alel tot uiting bij een heterozygoot gen?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Basisstof 3; Kruizingen
Je kunt een kruisingsschema opstellen.

 
 Je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen afleiden.

Slide 10 - Diapositive

Kruising schema
Generatie P zijn de ouders.
F1 zijn de kinderen van deze ouders (P).
F2 zijn de kinderen van deze kinderen (F1).


Onderzoeken hoeveel kans er is op een bepaalde eigenschap

Slide 11 - Diapositive

Stap 1 
Bedenk wat de fenotypen en genotypen van de ouders zijn.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Stap 2 
Bedenk welke allelen in de geslachtscellen van beide ouders kunnen voorkomen.

Slide 14 - Diapositive

Het genotype van het vrouwtje is AA. Elke eicel die het vrouwtje maakt, bevat het allel A.
Het genotype van het mannetje is aa. Elke zaadcel die het mannetje maakt, bevat het allel a.

Slide 15 - Diapositive

Stap 3 
(F1): Stel vast welk genotype en fenotype de nakomelingen kunnen hebben.

Slide 16 - Diapositive

F1; Aa

Slide 17 - Diapositive

Stap 4
Stel vast welk genotype en fenotype de dieren in de F2 kunnen hebben.

Maak een kruisingschema!

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Hoeveel kans is er op zwart harige labradors in de F2 generatie?

Slide 20 - Diapositive

P : AA  en  aa
Wat is de F1?
Wat is de F2?

Slide 21 - Diapositive

Verhoudingen
Is één ouder heterozygoot (Aa) en de andere ouder homozygoot recessief (aa), dan krijg je de volgende genotypen, fenotypen en verhoudingen:
genotypen Aa = 50%, aa = 50%
verhouding genotypen Aa : aa = 1 : 1
verhouding fenotypen 1 : 1
Bewijs dit met een kruisingsschema

Slide 22 - Diapositive

Zijn beide ouders heterozygoot (Aa), dan krijg je de volgende genotypen, fenotypen en verhoudingen:


Genotype: ?
Verhouding genotype: ?
Verhouding fenotype: ?

Maak gebruik van een kruisingsschema

Slide 23 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk
Maak opdracht 1 tot en met 7

Begrijp je iets niet, stel vragen!

Slide 24 - Diapositive